Preekstoel, preekstoel
Titel | Preekstoel |
Objectnaam | preekstoel |
Objectnummer | PWV.0307.0324 |
Beschrijving | Houten preekstoel met rondom de voet een achthoekig houten hekken. Het hekken wordt gevormd door getorste zuilen geplaatst tussen geprofileerde regels. Op de bovenste regel lopen de zuilen uit in een geprofileerde naaldvormige top. In die afgebakende ruimte staat een achthoekige sokkel waarop de voet van de preekstoel. Deze bestaat uit vier dwarsgeplaatste voluten overgaand in cariatieden. Deze vrouwen met ontblote borst en vleugels steunen de met acanthusbladeren en ander loofwerk versierde centrale pijler van de preekstoel. De pijler gaat over in een bladkapiteel die de kuip ondersteunt. Als verdere ondersteuning van die kuip vier hoornen van overvloed. De kuip heeft een geprofileerd lijst versierd met een doorlopende fries van acanthusbladeren. De afgeschuinde hoeken van de kuip stellen opengewerkte voluten voor, versierd met bloemenslingers en eindigend in een serafijn. De met voluten versierde ingelijste vlakken stellen cartouches voor met een weelderig band- en krulwerk waarin de bustes van de evangelisten, vergezeld van hun symbool. Aan de voorzijde Johannes met de adelaar die in zijn snavel een pennenkoker vasthoudt, links Mattheus met de engel, rechts Lucas met de os en op de achterzijde (het deurtje) Marcus met de leeuw. Twee stijlen met opengewerkte voluten versierd met draperingen en eindigend in een serafijn schragen het achthoekig klankbord. Daartussen een rood fluwelen gordijn. Het klankbord is geprofilleerd en uitkragend met een doorlopende fries van acanthusbladeren. Vooraan in het midden onderbroken en gesteund door twee engeltjes een cartouche waarop het jaartal 1680. Op de hoeken staan serafijnkopjes. De onderkant van het klankbord is versierd met een geprofileerde en vergulde medailloon waaruit vlammende en rechte stralen komen met in het midden een gesculpteerde duif, symbool voor de Heilige Geest. De preekstoel heeft achteraan een rechte trap, onderaan versierd met lijstwerk in een geometrisch patroon atgewerkt en centraal een engelkopje. Langs de zijkanten van de trap een doorlopende fries van acanthusbladeren. De leuning van de trap bestaat uit getorste zuilen. De eerste zuil staat op een geprofileerde pilaster met als bekronig een vuurpot. Waar de leuning tegen de stijlen komt die het klankbord schragen zijn er drie (van de in oorsprong vier) metalen versiering in de vorm van een volut. De doorlopende handgreep is eveneens geprofileerd. In de kuip is er een plank welke kan neergeklapt worden zodat een (kleine) prekende priester iets hoger staat. Op de kuip, aan de voorzijde het alliantiewapen van de schenker Jan-Baptist Cobryse. Links een accoladewapen: het veld (van goud) beladen met een palmtak (van sinopel), rechts een ovaal wapen gevierendeeld, in 1. en 4. een zespunitge ster vergezeld van een houweel (?), in 2. en 3. in vair. Het alliantiewapen wordt getopt door een helm met wrong en helmkleden. Onder het alliantiewapen een lint met de spreuk 'FINIS LABORVM PALMA' met eronder de orde van het Heilig Graf. |
Type | Objecten |
Datering | 1680 - 1680 |
Afmetingen | Hoogte 491 cm, Breedte 178 cm, Diepte 346 cm |
Details | Open beschrijving op |
Collectie: | Brugge, Kerkbestuur Sint-Gillis |
Reacties
Er zijn nog geen reacties op dit item