Hoofdaltaar in neogotiek, altaar
| Titel | Hoofdaltaar in neogotiek |
| Objectnaam | altaar |
| Objectnummer | PWV.0710.0330 |
| Beschrijving | Hoofdaltaar geplaatst op drie houten treden. Het altaar, met geprofileerde plint, is onderaan verdeeld in zeven spitsboognissen, elk onderverdeeld met een driepasboog waarin een figuur in hoogrelief is weergegeven. V.l.n.r. de heilige Petrus (omgekeerd kruis en sleutels), de heilige Andreas (Andreaskruis), de heilige Filippus (kruis), de heilige Regina (gebonden aan een kruis), de heilige Bruno (crucifix in de handen), de heilige Bernardus (kruis met doornenkroon) en de heilige Brigitta (kroon op het hoofd en Christus aan het kruis in een mandorla). Alle heiligen zijn voorzien van een banderol waarop in gotische letters hun naam prijkt. Tussen de bogen een floraal motief. Op dit onderstel een geprofileerd en uitkragend marmeren altaarblad. In het blad vijf kruisen en in het midden de altaarsteen waarin een relikwie. De relikwie berust in een zilveren doosje afgesloten met stroken papier waarop volgend handgeschreven opschrift: '...Martyrum / Theodori / 1866'. Op het altaarblad de kaarsenbank. Deze is versierd met een uitgespaard opschrift in gotische letters: '+ per crucem et passionem tuam libera nos domine'. Tussen de woorden opnieuw loofwerk. De kaarsenbank heeft eveneens een geprofileerd en uitkragend blad. De wand van de kaarsenbank vertoont een geometrisch patroon bestaande uit een raster met daarin bloemblaadjes. Het geheel is bovenaan versierd met een uitkragende bloemenlijst. De bovenste geleding bestaat uit drie nissen waarvan de middenste hoger is. De spitsbogen zijn bovenaan uitgewerkt in een accoladevorm met hogels en kruisbloemen. In de accolade telkens een wapenschild, in zilver een kruis van keel. De nissen zijn versierd met drielobben en vertonen taferelen in hoogrelief. Links: Christus draagt zijn kruis en ontmoet Veronica samen met Maria, Johannes en een andere vrouw. Het centrale tafereel stelt de kruisiging voor met Maria Magdalena aan de voeten van het kruis, samen met Maria, Johannes en twee ander vrouwen alsook de moordenaars. Rechts: de heilige Helena brengt aan een zieke de drie gevonden kruisen waaronder het heilig kruis. Tussen de nissen zijn er pinakels die bovenaan terugkomen. Boven de nissen een architeturaal geheel bestaande uit kleinere nissen met wimberg, hogels en kruisbloemen. Voor de nissen staan twaalf vrijstaande engelen die elk een passietuig vasthouden. Boven dat architecturaal geheel zijn er drie opengewerkte baldakijnen, centraal de grootste, allen versierd met driepasboog, wimberg, hogels en kruisbloem. Onder deze baldakijnen staan vrijstaande beelden, v.l.n.r.: Maria, Christus (met kruis en stigmata) en de aartsengel Gabriel. Het altaar is rijkelijk gepolychromeerd. Op de rechterzijkant staat volgend opschrift: 'M. ABELOOS SCULPTOR LOVANII / IN FESTO EXALTATIONIS S. CRUCIS 1861'. Op de zijkanten van het altaar twee witgeschilderde smeedijzeren draagarmen versierd met drielobben. Aan de draagarmen kunnen de liturgische gordijnen worden opgehangen. |
| Type | Objecten |
| Datering | 1866 - 1866 |
| Afmetingen | Hoogte 800 cm, Breedte 329 cm, Diepte 147 cm |
| Details | Open beschrijving op  |
| Collectie: | Sint-Kruis, Kerkbestuur Heilige Kruisverheffing en Sint-Jozef |
Reacties
Er zijn nog geen reacties op dit item
