Een moghende prinche die in eenich consylie
of in vreemde landen te treckene begheert,
hi verzaemt gherne bi hem al zine famylie
ende al dat zinen dienst bezweert.
O minlicke Xpristus, die therte verteert
van uwen beminden in uwer minnen,
ghi waert die prince entie blide weerdt
die uwen apostelen daet bekinnen
tvertrecken, thuus vaders lande binnen,
ende deet bereeden een paesschelam
ten avondmale, dies wij verzinnen
dat doe dhoude fighuere een hende nam,
want hu sanderdaechs de doot an quam.
Zo liet gi ons dat nemmermeer en hent;
lof, wonderlic ghebenedijt Sacrament.

De indexen van "Hoofdstukken Nederlands" worden geladen...

De indexen van "Iconografie" worden geladen...