Back to top

Katelijnestraat 114

referentie OLV/0800
Part
Zestienstraat Sinte Cathelynestrate
Oud huisnummer C11/12
Adres Katelijnestraat 114
Adrescode 800001550114
Geschiedenis 1/01/1580: Huis met erf in eigendom van Jan Bruneel
19/09/1585: verkoop deel van het erf - Jaecques Truwant die gerechtigd werd na het overlijden van de echtgenote van Jan Bruneel, verkoopt een deel van het erf van dit huis aan Jaecques Peperzeele. Het erf zullen ze met een gemeenschappelijke muur afscheiden en het bij het huis OLV/0848 van Jaecques voegen dat erachter ligt. Het huis zal de landcijns van 0-6-0 parisis alleen blijven dragen. Andere lasten: 2-0-0 lijfrente t.v.v. Wert Ghijselin (uit dit huis, erf en een huis aan de zuidkant van de Braambergstraat), waarvan het erf geen last moet dragen
23/03/1639: verkoop - Jacques Truwant, ongehuwd meerderjarig, en Beernaert Truwant en echtgenote, gerechtigd door erfenis van Jacques Truwant en meester Pieter Truwant, hun resp. grootvader en oom, en door uitkoop van de overige erfgenamen, verkopen dit huis en de drie voorgaande (OLV/0799, OLV/0798 en OLV/0797) aan Jan vander Plancke, belast met een rondrente van 0-2-0
24/01/1673: verkaveling - Het huis is te lote gevallen aan Jan de Donckere. Zie CAR/0215
20/11/1685: rente - Het huis werd belast met een rente van 5-0-0 pen 20. Zie OLV/0798
20/03/1692: rente - Het huis werd belast met een rente van 5-0-0 pen 20. Zie OLV/0797
20/10/1692: verkoop - Joanne de Donckere, dochter van Jan, verkoopt dit huis met een klein huisje erbijgevoegd (deel van vier, waarvan de andere twee aan de noordkant werden afgescheiden), waarvan het noordelijke huis gepacht wordt door Jaecques van Bouckhoute, achterwaarts strekkend met een groot erf en boomgaard. Koper is Augustinus Pacificus de Groote
24/09/1732: schenking - Augustijn Pacificq de Groote schenkt aan Marie Gabriele Pacifica Josepha de Schietere, minderjarige dochter van Philippe Charles de Schietere, heer van Malstaple en schout van Brugge, dit huis met hoving. Het huis werd voorheen gebruikt in twee partijen, maar is nu veranderd en vormt nog slechts een woning. Voorts schenkt hij ook de huizen OLV/0798 en OLV/0799, met uitzondering van het vruchtgebruik dat hij zelf levenslang behoudt. Dit gebeurt op voorwaarde dat het huis en de hovingen belast worden met een lijfrente van 5-0-0 t.v.v. Joannes, zoon van Charles Blomme, in te gaan op de dag van overlijden van comparant. Deze lijfrente mag gedurende het leven van Joannes Blomme niet afgelost worden
4/10/1783: rente - Pieter Seijs bezet op deze partij en op de huizen bekend onder OLV/0798 en OLV/0799, een rente van 36-0-0 voor de rest van de koopsom van dit huis, t.v.v. Thomas de Schietere, heer van Loppem
4/10/1783: verkoop deel huis - Pieter Noppe, gemachtigd door Thomas de Schietere, heer van Loppem, verkoopt van deze partij een huis en erf, naast de huizen bekend als OLV/0798 en OLV/0799, aan Pieter Seijs
13/11/1783: verband van rente - Notaris Bernard Vanderhofstadt, gemachtigd door Thomas de Schietere, heer van Loppem, geeft te kennen dat de heer de Schietere van G.J. Dommee te Aalst transport ontvangen had van 10 acties van elk 1000 guldens in de Commercie van Assurance Maritime van de heren Chevaliers d'Hont de Nieuwburgh, van Outrijve de Merckem en consorten, gevestigd in deze stad onder het nummer 1868. Dit gebeurt opdat de heer Dommee ontlast zou worden van zijn engagement en verdere aanspraken. Notaris Vanderhofstadt verbindt daarom de rente van 36-0-0 pen 25 voor de helft van de som van 10.000 guldens als borgstelling en schadeloosstelling voor de verdere termijn dat de Assurance Maritime zal blijven bestaan
3/02/1786: inbeslagneming - Jan de Moerloose, koopman te Brugge, diende bij de Raad van Vlaanderen klacht in ten laste van Pieter Seijs die in het jaar 1784 van de burgemeesters en schepenen van het Vrije de barge van Brugge op Nieuwpoort pachtte aan 500-0-0 per jaar, ingegaan 01-09-1784 tot 31-08-1785. Moerloose had zich hiervoor borg gesteld en dacht dat Seijs die pachtsom al lang voldaan had. Moerloose leverde nog wijn voor de som van 296-4-9 voor consumptie op de bargie en nog een levering aan huis van 198-11-8, wat komt op 404-16-5. Tot grote verslagenheid stelde Moerloose echter vast dat Seijs nog 708-6-8 schulden heeft aan Jacques Drubbele, cassier van de ontvanger generaal van het Vrije, omdat hij niet een denier van de pachtsom betaalde. Moerloose vreest als borg hiervoor aangesproken te worden. A. Parmentier, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat deze partij huizen, OLV/0798, OLV/0799 en de boei (NIK/0579 en NIK/0581) in eigendom van Pieter Seijs, bargieman van Nieuwpoort, in beslag nemen
18/02/1786: inbeslagneming - Bernard Lefevere, paardesmid in het gehucht Scheepsdale buiten Brugge, diende verzoek in bij de Raad van Vlaanderen, omdat hij zich naast Moerloose, koopman uit Brugge, borg had gesteld over Pieter Seijs voor de pacht van de barge van Brugge op Nieuwpoort en omgekeerd. Daarenboven had hij zich borg gesteld voor Seijs voor twee obligaties van 200-0-0 gelicht van Joseph de Ketelaere, landsman te Meetkerke, en had hij ijzerwerk en andere geleverd voor de bargeman ten bedrage van 46-2-11. Tot zijn grote verwondering vernam hij dat Seijs zijn bargiepacht niet betaalde en omdat hij bevreesd is als borg aangesproken te worden, verzoekt hij de Raad van Vlaanderen tot inbeslagneming van goederen. A. Parmentier, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat deze huizen en erf, OLV/0798 en OLV/0799 en de boei of remise (NIK/0579 en NIK/0581) van Pieter Seijs in beslag nemen
20/02/1786: inbeslagneming - Frans van Hoestenberghe te Brugge diende verzoek in bij de Raad van Vlaanderen ten laste van Pieter Seijs, bargebaas op Nieuwpoort, wegens een schuld van 36-15-1 voor levering van boter. Omdat hij beducht is voor verlies vraagt hij om inbeslagneming van goederen. A. Parmentier, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat deze huizen en erf, OLV/0798 en OLV/0799 en de remise of boei achter het Schuttershof (NIK/0579 en NIK/0581) van Pieter Seijs in beslag nemen
28/02/1786: arrest - Pieter de Rijckere liet arrest doen op dit huis en erf, OLV/0798 en OLV/0799 van Pieter Seijs wegens een schuld van 218-1-6 voor timmerwerken en bijhorende leveringen voor deze huizen voor de periode 27-10-1783 tot en met 09-04-1785 en voor de borg die hij zich stelde ten voordele van Joseph de Ketelaere voor een obligatie van 200-0-0
28/02/1786: inbeslagneming - Frans Hennekens, meester lijndraaier te Brugge, leverde aan Pieter Seijs, bargieman van Brugge op Nieuwpoort, het touwwerk voor zijn bargedienst. Hij heeft nog 363 guldens en 3 stuivers tegoed. Hennekens vernam dat Seijs zijn octrooi van diligentie op Oostende reeds verkocht, op het punt staat zijn meubels openbaar te verkopen en ook zijn huis te koop wil aanbieden. Charles Coopman, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat dit huis en erf, OLV/0798 en OLV/0799 in beslag nemen
21/04/1787: verkoop - Ignace Pardo, heer van Fremicourt etc., burgemeester van de commune van Brugge, gemachtigd door het schepencollege over de schuldeisers van de bekommerde boedel van Pieter Seijs, verkoopt deze huizen en erf en de huizen OLV/0798 en OLV/0799 aan de weduwe van Pieter Ancheman en consorten, ter acceptatie van Charles Coutteau, vertegenwoordiger van de erfgenamen in het sterfhuis van Thomas de Schietere. Met deze verkoop komen alle klachten, arresten en inbeslagnemingen te vervallen
27/08/1788: herbezetting rente - Joseph de Rudder en echtgenote melden dat zij Anna Francisca Anchemant, weduwe van Pieter Anchemant, beloofden de huizen die zij kochten en hun persoon te verbinden in de rente van 36-0-0 pen 25 (kapitaal van 900-0-0) die Pieter Seijs oorspronkelijk bezette t.v.v. Thomas de Schietere, heer van Loppem. Bij dezen verbinden ze de gekochte huizen in die rente
27/08/1788: verkoop - Bernard Cappelle, gemachtigd door Anne Francisca Anchemant, weduwe van wijlen Pieter Anchemant, heer van Zarrenhove, verkoopt deze partij huizen en erf en de huizen OLV/0798 en OLV/0799 aan Joseph de Rudder