Back to top

Katelijnestraat 137

referentie OLV/0959
Part
Zestienstraat Sinte Catelynestrate
Oud huisnummer C12/38
Adres Katelijnestraat 137
Adrescode 800001550137
Geschiedenis 1/01/1580: Hoekhuis met schuur behoort toe aan Claeijs van Hollebeke.
27/06/1580: Verband in lopende schuld - Claeijs van Hollebeke verbindt dit huis in een lopende schuld van 24-00-00 t.v.v. Jooris de Ruddere en Pieter Hellebuuck, omwille van geleend geld binnen de drie jaar af te lossen. Bij deze verklaart Claeijs van Hollebeke dat dit huis vroeger belast was als het huis ernaast , staande aan de noordzijde en toebehorend aan Caerle Pattijn, hetzij belast met 12-00-00 jaarlijkse landcijns die men verschuldigd is aan de Obedientie van de Eeckhoutabdij. Verder is dit huis alleen belast met 02-00-00 jaarlijks pen. 16 die men verschuldigd is volgens de bestaande geschriften.
8/06/1584: verkoop - Claeijs van Hollebeke verkoopt dit huis met de lasten en lopende schuld zoals hiervoor vermeld, aan Jooris de Ruddere.
8/06/1584: Verband in lopende schuld - Jooris de Ruddere verbindt dit huis in een lopende schuld van 26-00-00 t.v.v. Claeijs van Hollebeke
11/01/1585: Verkoop - De weduwe en erfgenamen van Jooris de Ruddere verkopen dit huis aan de Willem de Schietere met de verlopen lasten van renten en 12-00-00 lopende schuld waarvan de verkopers de last zullen dragen
11/01/1585: Lopende schuld - Willem de Schietere verbindt dit huis in een lopende schuld van 38-15-11 i.v.v. Adriaen Schapelijnc
24/03/1604: Rente - Thomaes Moris en zijn vrouw als deel uitmakend van de erfgenamen van Willem de Schietere, verbinden een twaalfste deel van dit huis en een gelijk deel van 12 gemeten lands liggend buiten de Gentpoort (GEKA/001) tot waarborg van een rente van 02-00-00 door voorgaande willem bezet op 06 gemeten 13 roeden land, deel van voornoemde 10 gemeten land.
20/11/1607: verband in een lopende schuld - de Weduwe van Willem de Schietere verbindt de helft van dit hoekhuis, verder verschillende delen van een huis genaamd "de Musselmarct " staand aan de oostzijde van Groeninge (OLV/1331), verder 10 gemeten 16 Roeden land liggend binnen de palen tussen de Kruispoort en Gentpoort (KRGE/001 en GEKA/001) in een lopende schuld van 24-00-00 pen. 16 t.v.v. de weeskinderen van Jan Storm.
23/03/1624: Verkoop - De weduwe en erfgenamen van Willem de Schietere verkopen dit huis aan Vincent Dammelare met de helft in 17-00-00 landcijns en in 21-00-00 pen. 18 waarvan het huis, ten noorden gelegen, verschuldigd is. De wederhelft met 17-00-00 jaarlijkse landcijns pen. 16
23/03/1624: Verband - Vincent Dammelare en zijn vrouw verbinden dit huis in 1100 gulden t.v.v. de Weduwe en kinderen van Willem de Schietere te betalen het supplement van 300 gulden contant, en jaarlijks 100 gulden.
15/12/1626: Rente - Vincent Dammelare en zijn vrouw bezetten op dit huis een rente van 02-00-00 pen. 18 i.v.v. Maeyken (de) Schietere, weduwe Thomas Waes(?) ingegaan op 10 april 1625
20/06/1634: Verkoop - Adriaen van Bouchout en Jan Bouchout en zijn vrouw verkopen drie huisjes staande aan de noordzijde van het Mandevisspaenstraatje aan Marie Schelle
4/09/1641: Verband - Jan, zoon van Pieter Bouchout en vrouw verbinden dit huis in een som van 133-06-08 i.v.v. Laurens de Bie en vrouw . De betaling geschiedt met 16-13-04 contant en vervolgens hetzelfde bedrag jaarlijks tot de gehele aflossing.
4/09/1641: Verkoop - Laurens de Bie en vrouw verkopen dit huis aan Jan, zoon van Pieter Bouchout
4/09/1641: Rente - Laurens de Bie en vrouw bezetten op dit huis i.v.v. de voornoemde persoon een rente van 03-10-00 per jaar pen. 16 ingaand 's anderdaags na de bezetting.
13/11/1641: Rente - Jan Bouchout en vrouw bezetten op dit huis een rente van 12-10-00 sjrs pen. 16 i.v.v. Heer Jan Parmentier.
27/05/1642: Rente - Jan, zoon van Pieter, Bouchout en zijn vrouw bezetten op dit huis een rente van 15-01-06 pen. 20 i.v.v. de weduwe van Christiaen van Vueve(?)
14/03/1678: Rente - Adrianeken Schelle, weduwe van Jan Snijck, verder Tonijnken Schelle weduwe van Pieter Rabat en Petronelle Goetghebeur, als kinders van Marie Schelle, bezetten op de drie voornoemde huisjes een rente van 03-00-00 pen. 18 i.v.v. Pieter Mortier
6/03/1679: Rente - Adrianeken Schelle, weduwe van Jan de Snijck, verder Tonijnken Schelle, weduwe van Pieter Rabat, eenieder gerecht in 1/3 part bezetten op de drie huisjes voornoemd een rente van 02-00-00 pen. 18 i.v.v. Pieter Mortier
16/01/1680: Rente - Adrianeken Schelle weduwe Jan de Snijck, verder Anthonijnken Schelle weduwe Pieter Rabat, en Petronelle Goetghebeur, bezetten op de drie huisjes voornoemd, een rente van 06-00-00 pen. 18 over een kapitaal van 108-10-54, over het kapitaal van 03-01-00 pen. 18 . Bezet de 14-03-1678 op dezelfde partijen den 06-03-1679 welke twee renten als versmolten in voornoemd kapitaal van 10-00-00 werden kwijtgescholden , zijnde het supplement , of 18 -00-00 geteld aan de derde comparante, i.v.v. Pieter Mortier
10/05/1680: Erfenis - Er werd ons bezorgd een geschreven brief dd. 17 april 1680 ondertekend door Adrianeken Schelle, verder met een kruisje waarbij stond dat dit het merkteken was van Anthonette Schelle, weduwe van Pieter Rabat, verder Pieternele Goetghebeur en vertegenwoordigende Donaes Plowijts en een kruis waarbij stond dit is het merkteken van Frans de Ceunijnck; waarbij gezegd wordt dat Adrianeken Schelle,weduwe van Adriaen de Snijck alsmede de voornoemde Anthonette en Pieter Verstraete,echtgenoot van Petronelle Goetghebeur; de volgende verdeling der drie stenen huisjes voornoemd zijn te beurt gevallen in de verdeling. Pieter Verstraete krijgt het noorderste huisje en moet aan beide andere partijen contant betalen 10-00-00. Het middelste huisje valt te beurt aan de weduwe van Adriaen Snijck, mits te betalen aan d'andere twee partijen de som van 04-00-00. Tenslotte komt het laatste huisje,wesende het zuiderste, toe aan de weduwe van Pieter Rabat. Deze verdeling gebeurt op grond van de successie van Marie Schelle. Ook dient hier notitie genomen van het tijdelijk regres gehouden door Pieter Verstraete. Verder werd er gebracht een geschrift dd. 17 april 1680
10/05/1680: Erfenis - Er werd een geschrift gedagteekend dd. 17 april 1680 binnengebracht, ondertekend door Adrianeken Schelle, verder met een kruisje genaamtekend door Anthonette Schelle,weduwe van Pieter Rabat, evenals de handtekening dragend van Pieternelle Goetghebeur,als presenterende Donaes Plowijts met een kruisje waarin stond dit is het merkteken van Frans de Ceunijnck. Met het schrijven werd melding gemaakt van de verdeling ingevolge successie van wijlen Marie Schelle, waarbij gezegd dat de drie huisjes, vroeger één geheel, thans in drie kavels werden uitgeloot. Het eerste huisje of het noorderste is te beurt gevallen aan Pieter Verstraete. Hij moet echter nog 10-00-00 betalen.Het middelste is te beurt gevallen aan de weduwe van Adriaen de Snijck, mits te betalen nog 04-00-00. Het derde en zuiderste huisje komt toe aan weduwe van Pieter Rabat. Verder moet nota worden genomen dat het regres door Pieter Verstraete genomen op de huisjes, als zijnde gelikwideerd.
22/08/1680: Verkoop - Pieter Verstraete en zijn vrouw, verder Adrianeken Schelle, Weduwe van Jan de Snick, en verder Tonijnken Schelle weduwe van Pieter Rabat verkopen de drie hiervoor vermelde huisjes op datum van 20 juni 1674 aan Cornelis Huijsens.
17/01/1681: Verkoop van rente - Cornelis Stuijls en zijn vrouw,vroeger weduwe van Adriaen,zoon van Jan, Bouchout verkochten en cedeerden aan jonkvrouw Margriete Rijcquaert weduwe van Bernard Stuijls, een rente van 10- 01-00 pen. 20 samen met de verlopen intresten sedert 27-05-1678 alsmede 00-14-00 voor de kosten van deze rente bezetting.
10/09/1699: Schenking - Joanna en Catharina, dochters van Beernaert Stuijcs geven aan elkaar in levenden lijve bij wederzijds en onderling accoord onder andere de 2/3 delen, waarvan het resterende 1/3 toebehoort aan 't minderjarig kind van Philips Rielant en Anna Stuijcs; een rente van 10-00-00 Pen. 20 . Deze rente is bezet op dit huis. Ook wordt een voorgaande rente dd. 27-05-1642 onder voorbehoud van het vruchtgebruik en op voorwaarde breeder als in wettelijkheid bij deze schenking betrokken.
23/11/1706: Verkoop - Jonkheer Ignatius Albert de Gras burgemeester van de stad Brugge, verkoopt, met toestemming van het College, de bekommerde boedel van Cornelis Stuijcs. Koper is de Heer Jan Cools. De boedel omvat onder andere dit huis, schuur en stalling geweest zijnde en nu bestaande uit drie huisjes met hun toebehoorten.
21/01/1715: Rente - Adriaen Huijssens en zijn vrouw bezetten op de drie huisjes een rente van 03-12-02 Pen. 18 op datum van 20-06-1674 i.v.v. jacob en Joanne therese de Scheutelaere
29/08/1738: Verkoop - Theodoor Huijssens en zijn vrouw verkopen de drie huisjes in voorgaand artikel vermeld, aan Catharina Cools weduwe van Philips d'Hitte
23/02/1760: Arrest - Op1/20 van de huisjes voornoemd en toebehorende aan Jan Heldewijs en het sterfhuis van zijn vrouw, werd beslag gelegd op verzoek van Philips d'Hitte omwille van 58-02-01 als op folio 952 en op folio 2919
20/06/1760: Verkoop - Joannes Heldewijs weduwnaar in voor-en nadelen ten sterfhuize van Lucia d'Hitte verkoopt 1/10 part van dit huis en van de 2 huizen vermeld folio 958 alsmede van datgene vermeld folio 952 en 1006. Hij verkoopt verder 1/10 van drie huisjes in het St Jans zestendeel folii 809, 810 en 811. Ook nog 1/10 van een rente van 05-12- 06 pen. 20 bezet op het huis in 's Carmers Zestendeel folio 49, dit allemaal aan jonkvrouw Isabelle Cools.
3/06/1765: Verkoop - Jonkvrouw Catharina d'Hitte weduwe van Sieur Jan vande Poele verkoopt dit huisje, zijnde het westerste van drie aan Livinus Noë
16/04/1766: Verband - Jonkvrouw Catharina d'Hitte weduwe van Sieur Jan vande Poele verbindt de drie huisjes hiervoormeld op datum van 29-08-1738, ook deze in St Jans- Zestendeel folii 523 en 524, verder de helft , dus de wederhelft komt toe aan haar kinderen in 's Carmers Zestendeel Folio 164, voor de lichting van de som van 50 08-00 courant toekomende aan haar drie minderjarige kinderen, Isabelle, Catharina en Lucia vande Poele voor hun aandeel in de slotrekening van het sterfhuis van Heer Frans vande Poele , geliquideert ter weeserij dezer Stad op 05-02-1766
22/03/1771: Verkoop - Sieur Cornelis de Moor en zijn vrouw verkopen dit huis aan Sieur Livinus Noë
22/03/1771: Rente - Sieur Joannes Allaert, jongman zijn zelfs, bezet op deze partij van huizen met hun toebehoorten een rente van 15-00-00 wisselgeld sjaars pen 20 op de kapitale som van 300-00-00 (ontbreekt hier een of meerdere lijnen) "dit huis met zijne toebehoorten voorhoofdend in de Katelijnestraat aan de oostkant dezer straat, uitmakend het hoekhuis van de Mande visspaanstraat , aleer één huis, schuur en stalling geweest zijnde en nu aaneen gebouwd, achterwaarts strekkend met zijn achterhuis en boeie in de Mandevisspaanstraat tot tegen het huis dat nu ook aan d'eerste comparante en haar kinderen toebehoort, zijnde dit huis voorhoofdend ook in de Katelijnestraat met zijn boeien en achterhuis door d'eerstens comparantens overleden man gans en geheel opnieuw herbouwd aan Sieur Joannes Allaert, jongman zijn zelfs. "
22/03/1771: Rente - Sieur Joannes Allaert, jongman zijn zelfs, bezet op dit huis met zijn toebehoorten een rente van 15-00-00 wisselgeld pen. 20 op een kapitaal van 300 ponden wisselgeld i.v.v. Jonkvrouw Pieternelle vander Hofstadt.
12/06/1792: Verkoop - Jonkvrouw Petronille vander Hofstadt weduwe van Sieur Livinus Noë, verder President en Meester Bernardin Noë, priester en kanunnik van de kathedrale Kerk van Sint Donaas binnen deze stad en de notaris en rechtsgeleerde bernard vander Hofstadt, beide in de hoedanigheid van gedwongen voogden zowel van vaders-als van moederszijde, van joanne petronella en marie anne Noë de drie vooralsnog minderjarige kinderen van de voornoemde Sieur Livinus Noë geprocreëert tijdens zijn tweede huwelijk bij de 1o. comparante met de goedkeuring van 't College dezer stad alsmede van de weesen verkopen dit huis met zijne toebehoorten ten voorhoofde aan de oostzijde van de Katelijnestraat,uitmakend het hoekhuis van de Mande Visspaanstraat, voordien een huis, schuur en stalling geweest zijnde en nu aan elkander gebouwd achterwaarts strekkend met zijn achterhuis, een boeie in de Mandevisspaanstraat tot tegen het huis ook toebehorend aan 1o. comparante en haar kinderen, zijnde dit huis voorhoofdende in de Katelijnestraat, achterhuis en boeien door d'eerstens toebehorendes overleden acceptant gans en geheel opnieuw gebouwd alsnu Sr. Joannes Allaert, jongman, zijn zelfs
29/04/1800: Rente - Joannes Allaert jongman bezet op dit huis met zijn toebehoorten een rente van 10-00-00 wisselgeld tsjaars pen. 20 i.v.v. Pieternelle vander Hofstadt weduwe van Livinus Noë