Back to top

Katelijnestraat 102

referentie OLV/0795
Part
Zestienstraat Sinte Cathelynestrate
Oud huisnummer C11/7
Adres Katelijnestraat 102
Adrescode 800001550102
Geschiedenis 1/01/1580: Huis in eigendom van Cornelis van Ghistele
14/03/1581: verkoop - De weduwe van Cornelis van Ghistele (1/2), Pieter van Ghistele, Jan Rycquaert en Michiel van Slambrouck (samen de andere helft) verkopen het huis aan Govaert Houttemarck. Lasten : 0-16-0 par. landcijns t.v.v. Eekhoutabdij (waarvan de helft voor dit huis en de rest voor OLV/0796) en 0-10-0 pen 18 t.v.v. de weduwe van Lieven Step
28/08/1582: verkoop - Govaert Houttemarck verkoopt het huis aan Frans Maleghijs
28/08/1582: lopende schuld - Frans Maleghijs verbindt het huis in een lopende schuld van 40-0-0 t.v.v. Govaert Houttemarc
28/08/1582: rente - Frans Maleghijs bezet een rente van 0-20-0 pen 16 t.v.v. Govaert Houttemarck
26/06/1584: verkoop - De erfgenamen van Fransken Maleghijs (die voor zijn overlijden enig erfgenaam was van Frans Maleghijs en echtgenote) verkopen het huis aan meester Jan vander Bure. De koper neemt de resterende lopende schuld ten bedrage van 28-0-0 over
21/01/1611: schuld - Pieter Danset verbindt zijn huis in een schuld. Zie OLV/0796
21/01/1611: transport - Pieter Saijon, gemachtigd door de weduwe van Henric Croes, transporteert haar eigendomsrechten op dit huis aan Pieter Dansset. Medecomparant de pater van de Cellebroeders transporteert het stuk dat eigendom is van het klooster van de Cellebroeders (toen meester Jan vander Bure dit huis kocht was hij pater in dit klooster) eveneens aan Pieter Dansset
30/08/1619: verkoop - De weduwe van Pieter Dansset verkoopt de helft van dit huis aan Jooris Joos. Boudewijn vande Pitte en echtgenote Cateline Dansset verkopen hem 1/4. Lasten : de hogervermelde landcijns en 0-20-0 t.v.v. Jaques Nolf
30/08/1619: verkoop - Jooris Joos verkoopt 3/4 van dit huis (hierboven vermeld) en de helft van 1/4 dat hem toekwam als bezitter van het sterfhuis van zijn overleden echtgenote Mayken Dansset, zus van Pieter Dansset ; de andere helft van dit 1/4 wordt verkocht door Boudewijn vande Pitte, voogd van Mayken, dochter van Jooris Joos. Koper is Jan Boudens
30/08/1619: lopende schuld - Jan Boudens en echtgenote verbonden dit huis in een lopende schuld van 44-0-0 t.v.v. Jooris Joos
1/12/1623: rente - Jan Boudens en echtgenote bezetten een rente van 0-20-0 pen 16 t.v.v. Charles de Dorpere
13/08/1627: verkoop bij decreet - Het huis werd verkocht bij decreet aan Baltazar van Blootacre
25/10/1627: transport - Baltazar van Blootacre en echtgenote transporteren aan Claeys de Bruijne het recht dat zij verkregen op dit huis uit kracht van het decreet
7/12/1628: verkoop - Niclaeys de Bruijne en echtgenote verkopen het huis aan Laureyns Peerdt. Van de lopende schuld bleef nu nog 6-0-0 over
27/01/1642: verkoop - Laureins Peerdt en echtgenote Adrianeken Pijnckels verkopen het huis aan Guillame Huusman
11/02/1663: verkoop - Guillame, Cathelijne en Magdaleene Huusman, alle drie ongehuwd meerderjarig, verkopen het huis aan Pieter Bossaert
27/08/1705: schenking - 1/6 van 1/2 en 1/5 in 1/6 van dit huis werd geschonken aan Tonninken Sonneville. Zie OLV/0774
9/10/1726: arrest - Er werd arrest gedaan op het deel dat Antone Baes via zijn echtgenote toekwam n.a.v. het overlijden van Tonynken, weduwe van Pieter Bossaert. Het arrest gebeurt op verzoek van P. Pluvier, weduwe de Fief, wegens een schuld van 31-9-6. Zie OLV/0774
15/10/1726: verkoop - 1/3 van het huis werd verkocht aan Jan Baere, die reeds de andere 2/3 bezat. Zie OLV/0774
31/03/1727: verkoop - Jan Baere en Marianne, dochter van Jacob Bossaert, en familie (erfgenamen van Tonynken Sonneville, weduwe van Pieter de oude) en de voogden van de wezen, verkopen dit huis en OLV/0795 aan Jaecquemynken van Poucke, weduwe van Jacob Bossaert
15/09/1788: verkoop - Joseph Lacroix, ongehuwd meerderjarig, voor zichzelf en als uitvoerder van het sterfhuis van Philippe Frans Bossaert (ongehuwd Bruggeling) en als gemachtigde door Frans Baere en echtgenote, door Jacobus Baere en echtgenote, door Catheline Baere, weduwe van Joseph Lacroix, en door Carel van Poucke, allen erfgenamen langs vaderlijke en moederlijke zijde van Philippe Frans Bossaert, verkoopt het huis aan Columba Vijncke