Het Heylich Gheesthuys, Goezeputstraat 21
| referentie | OLV/0753 |
| Part | |
| Huisnaam | Het Heylich Gheesthuys |
| Zestienstraat | Langhe Heyligh Gheestrate |
| Oud huisnummer | C9/67 |
| Adres | Goezeputstraat 21 |
| Adrescode | 800000940021 |
| Geschiedenis | 1/01/1580: Theijlichgheesthuijs |
| 31/12/1791: Er waren geen inschrijvingen voor dit gebouw voor 1792, wel staan er in de marge enkele aflossingen van renten genoteerd | |
| 3/05/1792: verkaveling ; verkoop - Joseph van Zuijlen van Nijevelt, oud-schepen van het Vrije, administrateur van het afgeschafte klooster van de Jacobinessen (oktrooi 22-01-1785 keizer Jozef ; goedgekeurd door het Conseil Royal te Brussel op 12-09-1789 A. de Malecq) verkoopt het klooster aan Eugenius Goddijn, meester metser. Het gewezen klooster van de Conceptionisten werd verdeeld in twee grote percelen (zie bijgevoegde schetsen). Deel 1 is 1 lijn 2 roeden groot en wordt gescheiden van perceel 2 volgens een lijn A-zuid tot B-noord. De scheidingsmuur is gemeenschappelijk tot 12 voet hoog, wat hoger is mag afgebroken of gebruikt worden. Vensters en deurgaten moeten dichtgemetst worden. Hierbij horen ook het erf, kerk- en andere gebouwen. Lasten : grondrente van 4 stuivers aan de kapelanie van de OLV-kerk (nu in het bezit van F. De meijer) ; grondrente van 1 gulden 3 stuivers t.v.v. het huis van Pittem, nu Seminarie van Brugge ; grondrente van 5 stuivers 3 deniers t.v.v. de cypieragie of gevangenis. Perceel 2 ligt ten oosten van de A-B-lijn en is 1 lijn 36 roeden groot. De gebouwen aan de H. Geeststraat, spreekhuis en logies horen hierbij | |
| 3/05/1792: rente - Eugenius Goddijn en echtgenote zetten op het gewezen klooster en beluik van de Conceptionisten, nu in tweeën verdeeld, een rente van 90 gulden per jaar (70 gulden als ze op de vervaldag betaald wordt) over een kapitaal van 2000 gulden. Het betreft een deel van de koopsom van het klooster dd. 15-08-1789 t.v.v. de Entremise van het afgeschafte Jacobinessenklooster, ter acceptatie van Joseph van Zuijlen van Nijevelt, administrateur van de goederen van het afgeschafte klooster | |
| 11/05/1792: verkoop heester - Eugenius Goddyn en echtgenote verkopen een heester aan Jan Antoine Piteau, heer van Wallincourt, geboren te Brussel. De heester komt met een gemeenschappelijk straatje en poortje aan de zuidkant uit in de Goezeputstraat, tussen de huizen die nu nog aan de Conceptionisten behoren (oost) en het huis van Goddyn (west). Hierbij horen een gemeenschappelijke borneput, een aubette (prieeltje), keuken en beerput. Gemeenschappelijke muren palen aan twee huizen en het nog onbebouwde erf van Goddyn en de boomgaard van Sint-Janshospitaal (zuid). Een andere scheidingsmuur komt aan de heester die aan de oostkant aan het kerkhof van Sint-Janshospitaal paalt. Dit heester is ook eigendom van Goddyn en paalt met de westkant aan een ander heester met obette (prieeltje) in de noordwesthoek, ook in eigendom van Goddyn. Alles maakte deel uit van het vroegere klooster. Alle hoger vermelde grondrenten slaan op het hele terrein, maar vallen ten laste van het grote huis dat Goddyn bouwde op het terrein van het klooster. De eerder vermelde losrente over het kapitaal van 2000 gulden is afbetaald op 07-05-1792 | |
| 4/01/1793: verkoop huis - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote verkopen aan Brigitte Minne, geboren te Meulebeke, ongehuwd meerderjarig, en ter acceptatie van haar oom langs vaderskant, Pieter Minne, het huis dat onlangs nieuw gebouwd werd op het terrein waar vroeger het spreekhuis en de parloirs van het gewezen urbanistenklooster (Heilig Geesthuis) stonden. Aan de oostkant staat het huis van Goddyn, aan de westkant ligt de ingang tot de kloosterkerk. Achterwaarts strekt het huis tot de heester van Pitteau, waarmee de stenen borneput gemeenschappelijk is. Alle muren zijn gemeenschappelijk. Afwatering mag over het erf aan de oostkant naar het straatje gebeuren. Het toilet van dit huis is gemeenschappelijk met het huis aan de oostkant, wiens eigenaars het ook moeten ruimen. Alle lasten ten bedrage van 1 gulden, 12 stuivers en 3 deniers vallen nu ten laste van dit huis, maar golden oorspronkelijk voor de hele partij. Ze moeten ook als dusdanig vermeld worden | |
| 22/01/1793: rente - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote bezetten een rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. de gecurateerde Franciscus Xaverius Simon, ongehuwd meerderjarig, ter acceptatie van Joannes Andries te Ruddervoorde. De rente wordt bezet op een huis dat aan de noordkant paalt aan het huis van Goddyn, aan de westkant aan het huis van kanunnik Lebailly en achteraan uitkomt met een gemeenschappelijk straatje en poort in de Oostmeers | |
| 22/01/1793: rente - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote bezetten een rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. Frans Xaverius Simon, ongehuwd meerderjarig, ter acceptatie van zijn curator Joannes Andries. De rente wordt bezet op een huis dat deel uitmaakte van het gewezen klooster, naast het terrein waar de kloosterkerk stond (west) en het huis van de verkopers (noord), achterwaarts strekkend met gemeenschappelijke muren tot tegen de heester van Goddyn, die met een gemeenschappelijk straatje en poortje uitkomt in de Oostmeers. Grondrenten zijn ten laste van Brigitte Minne | |
| 22/01/1793: rente - Eugenius Goddijn en echtgenote zetten een rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. de gecurateerde Frans Xaverius Simon, ongehuwd meerderjarig, ter acceptatie van Joannes Andries, gezworen curator. De rente wordt bezet op een heester die met een gemeenschappelijk straatje en grote poort uitkomt aan de oostkant van de Oostmeers. Aan de westkant paalt dit heester aan die van Joannes Pitteau de Wallincourt, aan de noordkant aan het erf waar ooit de kerk opstond en aan de twee huizen van Goddyn, aan de westkant aan het erf van kanunnik Lebaillij, aan de zuidkant aan de boomgaard van Sint-Janshospitaal. De hogervermelde grondlasten vallen nu ten laste van Brigitte Minne | |
| 22/01/1793: rente - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote bezetten een rente t.v.v. de gecurateerde Frans Xaverius Simon, ongehuwd meerderjarig, ter acceptatie van zijn gezworen curator Joannes Andries te Ruddervoorde. De rente van 10-0-0 pen 20 wordt bezet op een heester op het terrein van het gewezen Conceptionistenklooster. De heester komt met een gemeenschappelijk straatje en poortje uit in de Goezeputstraat. Aan de zuidkant paalt hij aan het huis van de Conceptionisten (oost) en een huis van Goddijn (west). Aan het eind van het straatje is een rest van een poortje dat toegang tot de heester gaf. Deze heester paalt aan een groot stuk grond met prieel, aan de noordkant aan het erf van privé-woningen en enkele gebouwen die nog van de Conceptionisten zijn. De oostkant paalt aan privé-woningen en een deel van Sint-Janskerkhof, erf, brouwerij en een deel van de boomgaard van het hospitaal aan de zuidkant, aan de westkant paalt het met een gemene muur aan de heester van Pitteau de Wallincourt. Renten vallen ten laste van Brigitte Minne | |
| 22/01/1793: rente - Eugenius Goddijn de jonge, meester metser, en echtgenote Joanne Jooris, bezetten op hun huis gelegen tussen het straatje en het huis van Brigitte Minne, een rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. de gecurateerde Franciscus Xaverius Simon, ongehuwd meerderjarig, ter acceptatie van Joannes Andries te Ruddervoorde, zijn gezworen curator (beheerder van goederen van b.v. krankzinnige) | |
| 17/07/1793: verkoop - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote verkopen een huis en toebehoren aan meester Jacobus de Souttere, priester en kapelaan van de Onze-Lieve-Vrouwekerk. Het betreft het huis naast het terrein waar vroeger de kerk stond en waarvan nu een heester is gemaakt voor de eigenaars. Muren zijn gemeenschappelijk, ook de noordelijke en westelijke zijgevels. Achteraan komt het huis met een gemeenschappelijke muur tegen de heester van Goddyn die uitgeeft met een straatje en poortje in de Oostmeers. Het toilet is gemeenschappelijk met het huis aan de westkant maar zal door dit huis moeten geruimd worden in ruil waarvoor de eigenaar zelf de beer mag gebruiken. De grondrenten vallen ten laste van Brigitte Minne. De losrente van 7-10-0 pen 20 (6-0-0 pen 25 bij vlugge betaling) rust nog op dit huis | |
| 24/08/1793: rente - Meester Jacobus de Zouttere, priester en kapelaan van Onze-Lieve-Vrouw, zet een rente van 8-15-0 pen 20 t.v.v. Francisca Vercamer, laatst weduwe van Ignace Roels, ter acceptatie van haar zoon Joannes van Lede | |
| 15/04/1795: verkoop - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote verkopen aan Anna de Sau, meerderjarige vrouw, een heester van het voormalige kloosterterrein. Deze komt met een gemeenschappelijke poort en straatje uit aan de oostkant van de oostmeers. Het straatje is gemeenschappelijk voor de wasblekerij, het huis van kanunnik Le Baillij en Sint-Janshospitaal. Aan de inkom is een poortje en eigen muur tot Sint-Jans. De zuidelijke muur is op de verdieping eigen aan Sint-Jan. Het noordelijk stuk eindmuur is tot de verdieping eigen aan de heester. De westmuur aan het erf van kanunnik Le Baillij is eigen aan de heester. Aan de noordkant zijn er gemeenschappelijke muren met de huizen in het Heilige Geeststraatje en het heester van priester Moentack. In het oosten is er een gemeenschappelijke muur met het heester van Pitteau. De heester heeft een eigen stenen borneput en er zijn dienstbaarheden. Grondrenten zijn ten laste van Brigitte Minne. De losrente van 7-10-0 pen 20 (6-0-0 pen 25 bij vlugge betaling) blijft op de heester | |
| 27/05/1795: verkoop - Eugenius Goddijn de jonge en echtgenote verkopen een huis aan Anna de Sau, meerderjarige vrouw. Het huis maakt deel uit van de voormalige kloosterterreinen en wordt momenteel bewoond door kanunnik Canneel. Aan de westkant paalt het met een eigen muur aan de stadswaterloop op het erf van kanunnik Le Baillij, aan de oostkant heeft het gemeenschappelijke muren (waarop mag gebouwd worden) tot tegen het zuidelijke achtererf met gemeenschappelijk toilet en afwatering in de stadswaterloop. Het toilet en de afwatering zijn gemeenschappelijk met het huis van kanunnik de Souttere en moeten gemeenschappelijk geruimd worden. Wel ligt de ruimsteen van de beerput op het erf van de Souttere. Aan de zuidkant zijn er gemeenschappelijke muren met het achterliggende heester dat Anna de Sau ook kocht. Het huis is belast met een losrente van 7-10-0 pen 20 (slechts 6-0-0 pen 25 bij betaling binnen de zes weken na de vervaldag). Grondrenten zijn ten laste van Brigitte Minne | |
| 19/03/1798: verkoop - Eugenius Goddijn de jonge, meester metser, en echtgenote Joanna Jooris, verkopen aan Brigitte Minne, ongehuwd meerderjarig, geboren te Meulebeke, maar nu wonende te Brugge, een huis met toebehoren. Het werd onlangs nieuw gebouwd langs het Heilige Geeststraatje. Aan de westkant paalt het aan het huis dat zij reeds vroeger kocht en aan de oostkant aan het gemeenschappelijke straatje. Tot aan de poort van haar huis mag ze dit gebruiken, van daar verder is het straatje nog slechts gemeenschappelijk voor de twee achterliggende heesters. De westelijke muur is gemeenschappelijk, de noordmuur met Pitteau eveneens. Dienstbaarheden moeten nageleefd worden. De grondrenten vallen op het westelijke huis. Een losrente van 7-10-0 (6-0-0 bij vlugge betaling) blijft op het huis | |
| 23/06/1801: verkoop - Eugenius Goddijn de jonge, metser, weduwnaar en bezitter van het sterfhuis van zijn overleden echtgenote Joanna Jooris, verkoopt een heester aan Jan Baptiste van Zuijlen van Nijevelt. Het betreft een heester op het voormalige kloosterterrein dat via een straatje en poortje uitkomt in het Heilig Geeststraatje. Het straatje dient voor dit heester en die van Pitteau. Aan de westkant is er een stuk eigen muur tot tegen de tuin van Pitteau. Aan de zuidkant is er een gemeenschappelijke muur tot tegen de muur van Sint-Janshospitaal en van daar verder een eigen muur van het hospitaal. De muur aan de oostkant is van Sint-Janskerkhof. De oostelijke muur vanaf de hoek van het kerkhof noordwaarts is van dit heester, evenals de muur die de heester scheidt van de woningen aan de Heilige Geeststraat. De toiletten tegen die muur zijn van die huizen, maar de beer mag gebruikt worden door de eigenaar van de heester. Dienstbaarheden moeten nageleefd worden. De grondrenten zijn ten laste van het grote huis van Brigitte Minne. De losrente van 10-0-0 pen 20 (8-0-0 pen 25 binnen drie maanden na vervaldag) blijft op het huis. Notaris : Lucas Emanuel Rosseel |