Back to top

Het Ossenhooft ; vanaf 1695 Het Wapen van Inghell, Katelijnestraat 6

referentie OLV/0730
Part
Huisnaam Het Ossenhooft ; vanaf 1695 Het Wapen van Inghell
Zestienstraat Curtrycwech
Oud huisnummer C9/10, C9/9
Adres Katelijnestraat 6
Adrescode 800001550006
Geschiedenis 1/01/1580: Het huis het Ossenhooft is eigendom van de erfgenamen van Frans de Bye
7/11/1580: verkoop - Meester Frans de Caesticker, een van de erfgenamen van Frans de Bie, verkoopt 1/4 van dit huis aan Sanders de Bie, die zelf ook reeds 1/4 bezit. Lasten : 0-14-7-20 grond- en leenrenten aan diverse personen, 0-30-0 pen 18 aan de Dis van Onze-Lieve-Vrouw
29/01/1588: borgstelling - Sanders de Bye verbindt de helft van het huis tot schadeloosstelling van Herman Hedou voor de som van 108-0-0 met intrest 8 %. Herman Hedou had zich borg gesteld voor de weduwe van Jan La Gaeij
14/08/1589: lopende schuld - Herman Edou, via zijn echtgenote een der erfgenamen van Frans de Bije, verbindt 1/4 van het huis in een lopende schuld van 42-17-3 t.v.v. Lieven Back
17/05/1593: arrest (marge) - Colaert Cornelis deed arrest op het deel van dit huis in bezit van Sanders de Bie wegens een schuld van 160-0-0. Opm. : het arrest wordt verbroken op 11-08-1593
11/08/1593: verkoop - Sanders de Bije en echtgenote verkopen de helft van het huis aan de weduwe van Jan de la Gaeij
26/08/1593: verkoop - Aernout Pluvier en echtgenote verkopen 1/4 van het huis aan de weduwe van Jan de la Gaeij
31/08/1593: registratie van verdeling - Een brief van verdeling van 26-10-1591 wordt geregistreerd. De erfgenamen van IJsabeau Bultijnc, dochter van Jan Bultync en IJsabeau, dochter van Frans de Bye, komen overeen met Aernout Pleuvier, bezitter van haar sterfhuis, dat hij alleen gerechtigd zal blijven in 1/4 van dit huis
14/01/1594: verkoop - Herman Edou en echtgenote verkopen 1/4 van dit huis aan de weduwe van Jan de la Gaeij
14/07/1594: verkoop - De weduwe van Jan de la Gaeij verkoopt het huis aan Joos IJsenbaert de jonge
12/05/1605: rente - Joos IJsenbaert en echtgenote bezetten een rente van 3-0-0 pen 16 t.v.v. de weduwe van Christiaen Verplancke
22/02/1608: borgstelling voor alimentatie - Joos IJsenbaert verbindt dit huis en de helft van de molen bij het waterhuis JAK/1805 als borg voor de halfjaarlijkse betaling van de som van 210-14-9-8 t.v.v. zijn ex-vrouw
11/03/1614: verkaveling - Het huis is te lote gevallen aan de weduwe en erfgenamen van Charles Isenbaert. Zie OLV/1349
2/10/1626: transport - Pieter Isenbaert, meerderjarig verklaard, doet afstand en transport van alle goederen die hij na het overlijden van zijn vader Chaerles Isenbaert kreeg toegewezen. Dit gebeurt ten voordele van zijn moeder Marye Kelderman, weduwe van Chaerles Isenbaert
14/05/1631: rente - Marie Kelderman, weduwe van Chaerles Isenbaert, zet op 12/14 van dit huis een rente van 12-0-0 pen 16 t.v.v. het college van de Jezuïeten te Brugge. Deze rente zal ingaan vanaf haar overlijden. Daarom compareren Jan Isenbaert en Frans de Gorre, gehuwd met Isabeau Isenbaert, mee en bevestigen ze deze rentebezetting
26/08/1639: verkaveling - Een geschrift wordt geregistreerd waaruit blijkt dat dit huis uit de erfenis van Marie Kelderman, weduwe van Charles Isenbaert, op 19-05-1638 te lote was gevallen aan Frans de Gooris. Het geschrift was ondertekend door Carolo Isenbaert, priester, Juan Isenbaert en F. de Gooris, zoon van Jaques
13/03/1642: lopende schuld - Jan Pijncle en echtgenote verbinden het huis in de schuld van 1950 gulden t.v.v. Frans de Gooris en echtgenote
13/03/1642: verkoop - Frans de Gooris en echtgenote verkopen het huis aan Jan Pijncle
13/08/1646: rente - Jan Pijncle en echtgenote zetten een rente van 100 gulden pen 16 t.v.v. meester Joannis Pyncle, met last deze niet te mogen verkopen
11/04/1673: verkoop (westelijke huis) - Meester Joannes Pijncle, voogd van Niclaeijs en Anna D'herbe, Zegher van Male, gehuwd met Agnes D'herbe, voor henzelf en als voogd van de twee minderjarige kinderen, verkopen het huis aan Jan Lijbaert
14/04/1673: rente - Het huis werd belast met een rente van 25-0-0 pen 20. Zie JAK/1638
16/02/1674: verkoop onder voorwaarden (westelijke huis) - Jan Lijbaert en echtgenote verkopen het huis aan meester Chaerles de Clercq met de uitdrukkelijke voorwaarde dat Niclaeijs van Pee het huis in pacht heeft voor 3-6-9 jaar. De kopers accepteren onder die voorwaarde
6/06/1678: rente (noordelijke huis) - Meester Joannis Pijnckel zet op dit huis een rente van 3-10-0 pen 24 t.v.v. de proost en het kapittel van Onze-Lieve-Vrouwkerk ter acceptatie van eerwaarde heren en meesters Joannes de Mol en Franciscus de Gooris. Als ze betalen binnen de maan na de vervaldag wordt dit slechts 3-0-0. De rente is bezet op het huis aan de voet van de Mariabrug en het bijhorende erf dat omgeven is door gemeenschappelijke muren met het huis aan de oostkant, waarmee het vroeger een geheel vormde. Jan Pijnckel, vader van Joannis, heeft de huizen van elkaar afgescheiden
20/02/1694: arrest (noordelijke huis) - Op huis en toebehoren van Joannes Pijnckel werd arrest gedaan op verzoek van Jan François Naus. Zie OLV/1118
26/04/1695: verkoop (westelijke huis) - Meester Joannes Jacobus de Gheldere en meester Dominicus Frans Pietersens, voogden van Carolus, Anna, Angelina, Cornelia en Josepha, kinderen van Chaerles de Clercq, verkopen het westelijke huis aan Frans de Vos
11/08/1695: registratie van toestemming om herberg te houden - Een geschrift van 16-07-1695 ondertekend door Jac. Taelbout, wordt geregistreerd. De tresorie van Brugge geeft hierbij toestemming aan Frans de Vos om "t"wapen van Inghellant" in zijn huis "Het Ossenhooft" aan de Mariabrug uit te steken en er herberg te houden, mits hij dit meldt aan de schouten van de stad en het laat registreren
5/11/1696: arrest (westelijke huis) - Jan Dijllis, die hiertoe het recht kreeg van Bouwijn Loonis, liet arrest doen op het huis van Frans De vos wegens een lening van 12-0-0 door Loonis aan De vos op 17-07-1696
13/12/1696: arrest (westelijke huis) - Pieter Louvenij deed arrest op het huis en toebehoren, de herberg "het Wapen van Enghelant" van Frans Devos wegens een schuld van 54-0-0 en intrest sedert 24-04-1695
26/06/1697: inbeslagneming Grote Raad (westelijke huis) - L. Bon, deurwaarder van de Private en Grote Raad, neemt het huis van en bewoond door Frans De vos in beslag op verzoek van Jan Baptiste van Blootackere, baas van de brouwerij De Goude Hant, wegens een schuld van 59-0-0 voor een levering "goetbier"
27/06/1697: arrest (westelijke huis) - Laureins Piessens deed arrest op het huis van Frans de Vos wegens een schuld van 8-3-1 met intrest sedert 05-08-1696. Dit bedrag valt nog te betalen als deel van een grotere som aan arbeidsloon en levering van timmerhout voor een houten schutting. Ook de arrestkosten worden verhaald
3/07/1697: arrest (westelijke huis) - Pieter de Coninck deed arrest op het huis van Frans de Vos wegens schuld van 86-10-0 (obligatie van 25-06-1697) voor een levering wijn
10/07/1697: arrest (westelijke huis) - Juffrouw Catherine de Wale liet arrest doen op het huis van Frans de Vos (ook door hem bewoond) wegens een schuld van 48-0-0 en intresten sedert 16-03-1696 (obligatie)
23/05/1698: verkoop bij decreet (westelijke huis) - Het huis werd gerechtelijk in beslag genomen op verzoek van meester Louys de Pestere, kanunnik, wegens een drie jaar achterstallige rente van 400-0-0 kapitaal. De originele rente was door Jan Lybart en echtgenote bezet aan pen. 20, maar nu verminderd tot pen 22, m.n. 18-3-7-15 per jaar, rest van een kapitaal van 500-0-0, waarvan 100-0-0 afgelost waren op 14-01-1698. Het huis werd verkocht bij decreet aan Laureins Piessens voor 540-0-0 en kosten. Over deze verkoop werd nog een tijd geprocedeerd, maar uiteindelijk ging de verkoop bij decreet door
7/01/1699: transport (westelijke huis) - Laureijns Piessens en echtgenote transporteren aan Jacques van Blootackere de rechten die zij via decreet hebben op dit huis. Ze doen dit als zuivering van een hypothecair krediet
14/01/1701: verkoop bij decreet (westelijke huis) - Het huis van Jacques van Blootackere werd op verzoek van meester Louys de Pestere verkocht bij decreet wegens vijf jaar achterstallige rente van 400-0-0 kapitaal (oorspronkelijk bezet door Jan Lybaert en echtgenote en nu verminderd tot pen 22 ten bedrage van 18-3-7-15). Koper is Jacques de Keysere voor de som van 480-0-0
16/01/1702: rente (noordelijke huis) - 1/2 van het huis dat toebehoorde aan Joannes Pynckele is door Jan Mulier en echtgenote belast met een rente van 5-0-0 pen 20 t.v.v. Joanna en Anna Hacke. Zie JAN/0128
21/04/1704: arrest (noordelijke huis) - De weduwe van Joan Spicket liet het huis van Jan Mulier arresteren wegens een schuld van 100-0-0 en intrest pen 16 (obligatie)
27/03/1705: rente (noordelijke huis) - Frans Mulier en echtgenote zetten op 1/2 van het huis (waarvan de andere helft toebehoort aan Jan Mulier) en op het hele huis NIK/0186 een rente van 4-10-10 pen 22 t.v.v. Jan Daninx
5/03/1706: borgstelling (westelijke huis) - Jacques de Keysere en echtgenote verbinden het westelijke huis in de borg voor de bediening van het officie van "cleerschatter" in de Berg van Barmhartigheid, voor een bedrag van 3000 gulden
14/11/1708: verdeling rente (noordelijke huis) - De rente van 6-5-0 pen 16 ten laste van Jan Mulier (zie ook arrest 21-04-1704) behoort nu voor 1/2 toe aan het sterfhuis van Fransoise Spycket en voor 1/2 vaan Marie Spycket. Zie JAN/1056
6/11/1711: arrest (noordelijke huis) - Het huis dat vroeger toebehoorde aan Joannes Pyncle is gearresteerd op verzoek van Jan Corty. Zie NIK/0186
10/11/1711: arrest (noordelijke huis) - Het huis dat vroeger toebehoorde aan Joannes Pynckele is nu gearresteerd. Zie NIK/0186
8/08/1714: schuld (noordelijke huis) - 1/2 van dit huis is door Frans Mulier verbonden. Zie NIK/0186
1/06/1718: registratie verkoop van rente (noordelijke huis) - De rente van 4-10-10 pen 22, bezet op 1/2 van dit huis en op het huis NIK/0186 (zie 27-03-1705) hoort nu volgens Jan Danijnck toe aan Cornelis Tulpinck, verwekt bij Catharine de Wevere. De rente is gekocht met zijn wezenpenningen en dit moet hier geregistreerd worden
21/10/1721: rente op rente (noordelijke huis) - Joannes Tulpynck en Francois de Groote, beide voogden van Cornelis Tylpynck bij Catharine de Wevere, bezetten een rente van 1-13-4 pen 20 op de rente van 4-10-10 pen 22 die oorspronkelijk bezet was op 1/2 van dit huis en op NIK/0186. De nieuwe rente is t.v.v. Jaecques Hertoghe
4/04/1722: verkoop bij decreet (noordelijke huis) - 1/2 van het huis dat eerst toebehoorde aan Joannes Pynckele en daarna aan Frans Mulier, hoort nu bij provisie bij decreet toe aan Michiel Patthou. Zie NIK/0186
22/03/1723: verkoop (noordelijke huis) - Michiel Patthou, voor zichzelf en gemachtigd voor zijn echtgenote Marie Clara Montigny, verkoopt de helft van dit huis aan Jan Mulier
23/03/1723: transport van rente (noordelijke huis) - De rente van 5-0-0 pen 20 (zie 16-01-1702) die bezet was op 1/2 van het huis dat afgescheiden is van het Ossenhooft, werd getransporteerd t.v.v. het klooster van de Grauwe Zusters in de Oude Zak. Zie JAN/0128
27/05/1724: verkoop bij decreet (noordelijke huis) - 1/2 van het huis (vermeld op 04-04-1722) hoort na diverse decreten toe aan Jan Michiel Pattou. Zie NIK/0186 dd. 27-05-1724. Het principale decreet dateert van 29-01-1723
21/04/1733: verkoop (noordelijke huis) - Frans Sanders, gemachtigd door Jan Mulier, weduwnaar en bezitter van het sterfhuis van Marij Therese Beijaert, gerechtigd in 1/2 van het huis, Pieter vander Haeghen en Carel van Hecke, voogden van Joannes vander Haeghen, gerechtigd in de andere helft, verkopen het huis aan Francois de Bergue
21/04/1733: Hierna volgen nu eerst de inschrijvingen van het noordelijke huis, met name het hoekhuis aan de voet van de Mariabrug ; daarna volgen de inschrijvingen van het westelijke huis
10/05/1745: verkoop (noordelijke huis) - Pieter Pauwels, gemachtigd door zijn echtgenote en door Philippe de Bergue en door Joanne de Bergue, weduwe van Carel Holvoet, verkoopt het huis aan Frans Dobbels
10/05/1745: rente (noordelijke huis) - Frans Dobbels en echtgenote bezetten een rente van 4-0-0 pen 25 t.v.v. Jan de Rudder
16/12/1747: rente (westelijke huis) - Pieter Bral bezet een rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. de wezen Joanne van Walleghem en Joanne Hubené (elk 1/2)
16/12/1747: verkoop (westelijke huis) - Pieter de Keijser, Joseph Gordon en Adriaen de Man, voogden van Joanna van Walleghem, dochter van Pieter bij Pieternelle de Keijser, en Pieter Hubené, met voornoemde de Man voogden van Joanna Hubené, dochter van Jacob en Joanne de Keijser, verkopen het huis "het Wapen van Inghelant", tevoren "het Ossenhooft" aan Pieter Bral
3/12/1755: verkoop (noordelijke huis) - Joannes Noos, gemachtigd voor de voogden van Rosalia en Judoca Dobbels, verkoopt het huis aan Lodewijck van Walleghem
21/07/1762: transport van rente (westelijke huis) - Andries Petyt en echtgenote, gerechtigd in 3/4, tevens vervangers van Marie Hubené, dochter van Jacob bij Marie Goddyn en over Joannes Hubené, zoon van Jacob en Joanne Wissaert, gerechtigd in het andere 1/4, transporteren de rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. Marie Anne Pieterssens
29/07/1773: rente (westelijke huis) - Pieter Bral en echtgenote bezetten een rente van 15-0-0 pen 20 t.v.v. het weeskind Anna Saneij, dochter van Philippe
15/01/1780: rente (noordelijke huis) - Het huis werd belast met een rente van 30-0-0 pen 20 t.v.v. Adriaen Busschop. Zie JAK/1278
22/11/1781: verhuur (westelijke huis) - Marie de Boijsere, weduwe van Pieter Bral, Francois Bral en Carel de Boijsere, voogden van de minderjarige kinderen van Pieter Bral, verhuren dit huis aan Daniel Cornelis, wisselman, voor drie jaar aan 34-0-0 boven het huisgeld
2/12/1782: verband clericaal - Marie de Boijsere, weduwe van Pieter Brael, Brunona Brael, begijn-choriste te Brugge, Francisca Brael, ongehuwd meerderjarig, verbinden 6/8 van het huis en van NIK/0422 voor een bedrag van 40-0-0 voor de titel klerikaal van hun zoon en broer Pieter Anthonius Brael, die zelf gerechtigd is in de overige 2/8
2/09/1785: verkoop (westelijke huis) - Marie de Boijsere, weduwe van Pieter Bral, gerechtigd in 1/2, voor haarzelf en gemachtigd door Pieter Anthone Bral, priester, voorts door Brunona Bral, begijn-choriste in het prinselijk begijnhof van Brugge en over Francisca Dorothea Bral, ongehuwd meerderjarig, verkoopt samen met Joannes Bral en Charles de Boijsere, voogden van Anna Marie Bral, (alle anderen gerechtigd in de andere 1/2) dit huis aan Frans Maselis
2/09/1785: rente (westelijke huis) - Frans Maselis en echtgenote zetten een rente van 15-0-0 pen 20 t.v.v. Marie de Boijsere, weduwe van Pieter Bral
27/01/1786: verband rente (westelijk huis) - Marie de Boijsere, weduwe van Bral, verbindt onder andere de rente van 15-0-0 pen 20 in de som van 40-0-0 voor de titel klerikaal van haar zoon Petrus Anthonius Bral t.v.v. de bisschop van Brugge
22/11/1788: arrest (westelijk huis) - Frans de Pon, gemachtigd door Jan Baptiste Beltens te Antwerpen door missive dd. 18-11-1788, deed arrest op het huis in eigendom van het sterfhuis van wijlen Frans Maselis, wegens een schuld voor levering van koopmansgoederen
21/12/1791: rente (westelijke huis) - Augustinus Wormhout en echtgenote bezetten een rente van 18-0-0 pen 4,5 t.v.v. Marie Livine Vandermeersch, ter acceptatie van notaris Angelus Questroij
21/12/1791: verkoop (westelijke huis) - Marie Joanne Vermeulen, weduwe van Frans Maselis, gerechtigd in 1/2, Joannes Boutens en echtgenote, verkopen het huis aan Augustinus Wormhout
8/11/1794: schenking van rente (westelijke huis) - De rente van 18-0-0 pen 4,5 is geschonken aan Sigismundus Vandermeersch en Marie Regina Livine Vandermeersch aan de langstlevende van beiden. Zie JAK/1078