Back to top

De Oude Boone, Katelijnestraat 20

referentie OLV/0727
Part
Huisnaam De Oude Boone
Zestienstraat Curtrycwech
Oud huisnummer C9/12
Adres Katelijnestraat 20
Adrescode 800001550020
Geschiedenis 1/01/1580: Het huis de Oude Boone is eigendom van Cornelis Oste
27/04/1582: erfenisverdeling - Bij de erfenisverdeling tussen Cornelis Oste en de erfgenamen van zijn echtgenote werd overeengekomen dat Cornelis gerechtigd blijft in 15/16 van dit huis en Thuentken, zoon van Charles Veijts, in 1/16 door testamentaire bepaling van Cornelis' echtgenote. De schutting tussen het erf van dit huis en van OLV/0726 moet door dit huis alleen onderhouden worden. Dit huis krijgt zijn vrije lichtinval van twee vensters met ruiten in het werkhuis. Deze nemen licht op het erf van OLV/0726. De buurman mag daar niet aan komen en mag niet hoger werken dan drie voet. OLV/0726 heeft vrije afwatering over het erf van dit huis naar het straatje ernaast. Lasten : 0-5-11 leenrente aan de erfgenamen van Joos de Lemmes, 4-10-0 pen 18 waarvan 0-3-0 leenrente en 3-0-0 losrente voor dit huis ; 0-20-0 pen 18 t.v.v. de weduwe van Sijmon Peperzeele
27/04/1582: lopende schuld - Cornelis Oste verbindt 15/16 van dit huis in een lopende schuld van 200-0-0 t.v.v. de erfgenamen van zijn overleden echtgenote
7/11/1582: rente - Cornelis Oste zet op 15/16 van het huis een rente van 2-0-0 pen 16 t.v.v. de weduwe van Charles Neijts
19/10/1583: lopende schuld - De kopers Pieter en Jan Bultijnc, de weduwe van Frans Plouvier en Emerentiane Bultync, die ook de weduwe van Chaerles Neyts vervangen, verbinden het huis in een lopende schuld van 150-3-4 t.v.v. Joos Brest, stokhouder
19/10/1583: verkoop - De weduwe en voogden van de kinderen van Cornelis Oste verkopen 15/16 van het huis aan Pieter Bultijnc, Jan Bultijnc, de weduwe van Frans Plouvier, Emerentiane Bultync, de weduwe van Chaerles Neijts. De resterende lopende schuld van 50-0-0 zal door de verkopers afbetaald worden
14/04/1589: verkoop - Pieter Bultync, Jan Bultijnc, de weduwe van Frans Plouvier, Emerentiane Bultijnc en de weduwe van Chaerles Neijts verkopen 15/16 van het huis aan Silvester Schoevlieghe ; de voogden van de kinderen van Charles Neijts verkopen hem het resterende 1/16
16/03/1610: rente - Silvester Schoevlieghe en echtgenote zetten op 1/2 van het huis een rente van 0-20-0 pen 16 t.v.v. Loys vande Walle
22/11/1610: verkoop - Silvester Schoevliege en echtgenote verkopen 1/2 van dit huis aan hun zoon Jacques Schoevlieghe
31/01/1611: verkoop - Jan van Berchem en echtgenote Catheline van Schoevlieghe, en Joos van Schoevlieghe, meerderjarig, verkopen 2/3 van de helft van dit huis aan Jacques Schoevlieghe
4/01/1630: lijfrente - Jacques Schoevlieghe en echtgenote zetten op 1/2 van dit huis een lijfrente van 14-0-0 pen 8 t.v.v. Jan de Tollenare en echtgenote Maijken de Wulf
6/05/1641: lijfrente - Jacques Schoevliege en echtgenote zetten op 1/2 van het huis een lijfrente van 100 guldens per jaar t.v.v. Meester Aernout Schoevliege
3/04/1653: arrest - Joannes Bryngheval liet arrest doen op dit huis, een bakkerij in eigendom van Reynier Schoevlieghe, wegens een schuld van 9-0-0 voor de eerste afbetaling van de koop van 15-03-1653 van het huis en erf gelegen achter deze bakkerij
18/07/1657: verkoop, uitkoop en ruil - Meester Arnoldus Schoevlieghe, Jan van Vyve en echtgenote Marie Schoevlieghe, Cornelie Schoevlieghe, ongehuwd meerderjarig, verkopen 3/12 van het huis aan Reijnier Schoevlieghe. Meester Arnoldus, Jan van Vijve en echtgenote en voorts Jaeques Maes en echtgenote Cathelyne Schoevlieghe, Cornelie Schoevlieghe en Reijnier Schoevlieghe zeggen dat zij ook nog gerechtigd waren in een ander 1/12 van dit huis door erfenis van meester Jacobus Schoevlieghe. Ze kopen elkaar uit t.v.v. Reijnier. Maes en echtgenote waren daarenboven nog eens gerechtigd in 7/12. Ook zij worden uitgekocht door Reijnier in ruil voor het transport van zekere renten. Opm. : in de marge is in 1659 een uitspraak van een kerkelijke rechtbank genoteerd i.v.m. een beroep door Arnoldus Schoevlieghe i.v.m. een financiële regeling van 150 gulden i.v.m. een permutatio of regeling tussen geestelijken. Slaat dit op de ruil van renten ?
22/08/1667: rente - Reijnier Schoevlieghe zet een rente van 4-10-0 pen 18 t.v.v. Margriete Ceijsson
22/05/1671: rente - Reijnier Schoevlieghe bezet een rente van 6-0-0 pen 20 t.v.v. Marie vande Vijvere, weduwe van Lieven de Raes. Deze rente is ook bezet op het achterhuis dat een houthuis was, maar waar nu een brouwerij in gemaakt is
25/11/1680: arrest - Beernaerd vanden Broucke liet arrest doen op dit huis, de bakkerij de Boone, met achterhuis, brouwerij en erf en alle brouwersalaam, eigendom van het sterfhuis van Reinier Schoevlieghe. Het arrest gebeurt wegens een obligatie van 64-0-0 t.v.v. arrestant en ten laste van Aernout Flamen, voor wie Schoevlieghe de belangrijkste borg was geweest
20/12/1680: verkoop - Frans Breijdel en echtgenote Marie Schoevlieghe, Marie en Joanna Maes verkopen het huis en bakkerij aan Niclaeijs Minne
5/02/1681: rente - Niclaeijs Minne zet op het huis en bakkerij een rente van 14-10-0 pen 20 t.v.v. Chaerles Cobrijsse. De rente is ook bezet op het achterhuis-houthuis dat paalt aan dit erf
12/05/1700: rente - Niclays Minne en echtgenote zetten op dit huis-bakkerij en het houthuis erachter een rente van 3-0-0 pen 20 t.v.v. Lodewyck vande Vivere
4/06/1700: arrest - Anna Marie Therese en Petronelle Passchasia vande Kerckhove lieten arrest doen op dit huis en bakkerij in eigendom van en bewoond door Niclaijs Minne, wegens een lening van 100-0-0
3/10/1703: verkoop bij decreet - Dit huis en achterhuis werden op verzoek van Charles Cobrisse verkocht bij decreet wegens een achterstallige rente van 14-10-0 pen 20 sedert 08-02-1701. De arrestant koopt het huis voor de geëiste achterstallen en decreetkosten
20/02/1704: verkoop als naasting - Pieter Timmerman, gemachtigd door Charles Cobrysse en echtgenote, verkoopt het huis en bakkerij met toebehoren ten titel van naasting aan Lodewyck vande Vivere
22/02/1704: verkoop - Lodewyck vande Vivere verkoopt het huis en bakkerij met toebehoren aan Carel vande Vivere
16/02/1718: rente - Carel vande Vivere en echtgenote bezetten een rente van 13-12-8 pen 22 t.v.v. Jan Priem, ter acceptatie van Catharine Senael, zijn echtgenote. Als ze de rente drie maanden na de vervaldag betalen krijgen ze korting door toekenning van een intrest pen 25. Zo komt het rentebedrag op 12-0-0 in plaats van 13-12-8
27/05/1741: schenking - Barbara de Lantshuijsere, laatst weduwe van Carel vande Vyvere en tevoren van Dominicus Derckere, schenkt het huis en OLV/0875 aan Albertus en Andries, kinderen van Pieter Provoost en Marie de Lantshuijsere, en de andere kinderen die nog uit dit huwelijk kunnen geboren worden. Ze behoudt zelf het vruchtgebruik
24/07/1760: verkoop - Frans de Vooght, burgemeester van de commune, verantwoordelijk voor de boedel en schuldeisers van het sterfhuis van Barbara de Lantshuijser, weduwe van Carel vande Vijvere, verkoopt het huis aan Lodewijck Delcourt. Alle lasten die op het huis zouden kunnen rusten, vervallen hiermee
24/07/1760: rente - Lodewyck Delcourt en echtgenote zetten een rente van 6-5-0 pen 20 t.v.v. de dis van Onze-Lieve-Vrouw
3/10/1760: verkoop bij decreet (protest) - Pieternelle en Marie Priem hadden het huis gedecreteerd omwille van de achterstallige rente van 12-0-0 bij reductie aan pen 25 sedert 15-02-1755, met aftrek van 43-1-6 voor ontvangen huishuur. Pieter Provost en Charles Cortals, klerk van de bekommerden, stellen dat het huis toebehoorde aan het verlaten sterfhuis van Barbara de Lantshuyser, laatst weduwe van Carel vande Vijver. Om die reden is het volgens gewoonterecht verkocht en niemand was daarbij aanwezig om de rechten van de decretanten op te eisen. Daarom wil men dat decreet ongeldig verklaren. Procureur van Eenooghe weigert dit en uiteindelijk wordt het huis bij decreet toegewezen aan procureur van Eenooghe voor de decretanten
5/08/1774: rente - Lodewijck Delcour en echtgenote zetten een rente van 5-0-0 pen 20 t.v.v. de dis van Onze-Lieve-Vrouwekerk
14/11/1782: verkoop - Lodewijck Delcour en echtgenote verkopen het huis aan Augustinus Coopman