Markt 22-26
| referentie | NIK/0040 |
| Part | |
| Zestienstraat | Groote Marct |
| Adres | Markt 22-26 |
| Adrescode | 800002240022 |
| Geschiedenis | 1/01/1580: Dit winkeltje bestaat uit een poelierstal en een achterliggend schoenlappershuisje. Het is eigendom van Cornelis van Nooreweghe (1/2) en Jacob van Mulem (1/4, via zijn echtgenote) en Pieter van Nooreweghe (1/4) |
| 8/01/1591: verkoop - Cornelis van Nooreweghe en Jacob van Mulem, samen met hun echtgenoten, verkopen 3/4 van deze winkel aan Pieter van Nooreweghe. Lasten: 0-2-0 landcijns uit het lappershuisje, 0-10-0 landcijns uit de poelierstal, beide t.v.v. de stad Brugge | |
| 6/10/1594: verkoop - Pieter van Nooreweghe en echtgenote verkopen deze winkel en het schoenlappershuisje aan Lucas de Zwarte | |
| 7/06/1633: verkoop (poeliershuis) - De erfgenamen van Anthonyne, dochter van Pieter Ram, weduwe van Aernout Huwyn, gerechtigd door erfenis van haar broer Alexander, verkopen de helft van dit poeliershuisje aan Herman Ruteau. De andere helft hoort toe aan de weduwe van Jan de Vos. Lasten: 0-10-0 cijns aan de stad Brugge | |
| 7/06/1633: nieuwe inschrijving (poeliershuis) - Bij dit zestendeelnummer werd in 1633 een nieuw huisje genoteerd: een poeliershuis aan de westkant van de Grote Markt, tegenover het huis van Osten Ermare, is nu in gebruik door de pottenbakker Aernout Ghysebrecht. Het hoorde vroeger toe aan Alexander Rams (koopakte dd. 27-08-1619, ondertekend door Lieven de Corte) | |
| 31/12/1636: rente - Lucas de Zwarte, weduwnaar, bezet op deze twee huisjes een rente van 0-20-0 pen 16 t.v.v. Pieter Hoornaert | |
| 14/03/1637: verkoop (poeliershuis) - Jan, zoon van Pieter de Vos, en echtgenote zijn gerechtigd in 1/4 van de helft van dit poeliershuisje door erfenis van wijlen Margriete de Ram, weduwe van wijlen Jan de Vos; en in de andere 3/4 van dezelfde helft zijn ze gerechtigd door koop van Frans vander Straete, gehuwd met Margriete, dochter van Pieter de Vos, en van Pieter en Cornelis, zonen van Pieter de Vos, elk gerechtigd in 1/4 van deze helft. Ze verkopen de helft van dit huisje aan Herman Ruteau | |
| 25/05/1639: verkoop (poelierstal) - De erfgenamen van Lucas de Swarte en van zijn echtgenote verkopen de poelierstal aan Cornelis Beijts | |
| 25/05/1639: verkoop (schoenlappershuisje) - De erfgenamen van Lucas de Swarte en echtgenote verkopen het schoenlappershuisje aan Joos vanden Dorpe | |
| 3/10/1644: lopende schuld (schoenlappershuisje) - Dit schoenlappershuisje is verbonden in een schuld van 2800-0-0. Zie DON/0180 | |
| 13/01/1657: wederzijds transport (schoenlappershuisje) - Cathelyne en Isabeau Beyts transporteren elkaar dit schoenlappershuisje. Zie OLV/1120 | |
| 14/02/1664: verkoop (poelierstal) - De helft van het poelierstal werd verkocht aan Jaecques Janssens. Zie OLV/0158 | |
| 15/07/1669: verkoop (poelierstal) - Jacques, zoon van Jacques Janssens, en echtgenote Anna Beijts verkopen dit erf of de grond van het erf van het poelierstal, waarvan het huisje en het huisje van Jooris vanden Dorpe in de maand april 1669 per ongeluk zijn afgebrand. Koper is de stad Brugge. Acceptant is meester Jacques Taelbout, griffier van de Tresorie |