referentie | OLV/0151 |
Part | |
Huisnaam | Sint Joseph |
Zestienstraat | Zuydzandstrate |
Oud huisnummer | C2/44 |
Adres | Zuidzandstraat 39 |
Adrescode | 800003900039 |
Geschiedenis | 1/01/1580: Meester Joos Freryn is eigenaar |
| 10/02/1580: verkoop (3/4) - Meester Joos Freryn verkoopt 3/4 aan Mathijs van der Haghe, die via zijn echtgenote reeds 1/4 geërfd had van de overleden echtgenote van Joos Freryn. Het huis is belast met 0-90-0 parisis landcijns en 0-20-0 pen 18 |
| 17/05/1610: verkoop (1/4) - Meester Jan Freryn en echtgenote, deels erfgenamen van meester Joos Freryn, verkopen 1/4 aan Coenraert Freryn |
| 19/07/1610: verkoop (1/4) - Jan Jacobs, Loys Dammaert en Guillame Lammens, via hun echtgenoten deels erfgenamen van meester Joos Freryn, verkopen 1/4 aan Coenraert Freryn |
| 22/11/1616: verkoop (1/8) - Loye Dammaert, gerechtigd over meester Aernout Maes, gerechtigd in 1/8 via zijn moeder, de eerste echtgenote van meester Jan Freryn, en via aankoop bij de overige kinderen van Jan, verkoopt 1/8 aan Coenraert Freryn |
| 27/08/1618: verkoop (1/2 van 7/8) - De voogden van Frans Caestekere en de meerderjarige Jozynken Caestekere, deels erfgenamen van hun zus Elisabeth Caestekere, overleden echtgenote van Coenraert Freryn, verkopen 1/2 van 7/8 aan Coenraert |
| 27/08/1618: rente - Coenraert Freryn en echtgenote zetten een rente van 5-3-4 pen 16 t.v.v. Frans en Jozynken Caestekere |
| 13/10/1639: rente - Coenraert Freryn en echtgenote zetten een rente van 6-0-0 pen 16 t.v.v. Anna Trystram |
| 13/10/1639: rente - Coenraert Freryn en echtgenote zetten een rente van 6-0-0 pen 16 t.v.v. Everaert Tristram |
| 23/11/1645: verkoop - Coenraert Freryn en echtgenote verkopen aan Frans Thiery |
| 23/11/1645: verband - Frans Thiery en echtgenote verbinden het huis in een schuld van 466-13-4 t.v.v. Coenraert Freryn en echtgenote |
| 15/02/1646: rente - Het huis is belast met een rente van 18-0-0 pen 18. Zie NIK/0152 |
| 14/01/1665: verkoop - Frans Thiery en echtgenote verkopen aan Adriaen van Duynslaeghere |
| 7/07/1689: verkoop - Franchois van Duijnslaegher en echtgenote en Catharine van Duijnslaegher verkopen het huis en toebehoren, een kaarsgieterij, aan Marie Allaert, weduwe van Franchois Thiery |
| 15/07/1689: rente - Marie Allaert, weduwe van Franchois Thiery, en Franchois Thiery, ongehuwd, Marie en Barbara Thiery zetten op dit huis en toebehoren (kaarsgieterij en winkel) een rente van 7-10-0 pen 20 t.v.v. moeder abdis en de religieuzen van het klooster van de Conceptionisten (Heilig Geesthuis) ter acceptatie van Franciscus Xaverius Huwyn, geestelijk vader van het klooster |
| 21/08/1698: toestemming bouwaanvraag - Op 22-03-1698 kreeg Frans Thiry de toestemming bij de Tresorie van Brugge om zijn gevel af te breken en een nieuwe te bouwen. Het huis mag "Sint-Joseph" genoemd worden en die naam mag op een uithangbord komen |
| 14/01/1704: schenking - Frans Thiry schenkt 1/2 van het huis aan zijn zus Barbara Thiry die ook 1/2 bezit, op voorwaarde dat ze het niet verkoopt of belast en dat zijn 1/2 na haar dood zal geërfd worden door hemzelf of zijn eventuele kinderen, ofwel zijn weduwe of haar eventuele kinderen. Barbara's erfgenamen kunnen wel haar helft erven |
| 8/07/1711: arrest - Jan Priem liet beslag leggen op het huis van Frans Thiry om een schuld van 51-10-0 (wisselbrief) |
| 21/07/1712: arrest - Cornelis van Cabbeke liet beslag leggen op het huis van Frans Thiry omwille van een schuld van 26-10-5 (acte) |
| 3/09/1712: borgstelling (voor borg) - Barbara Thiry verklaart dat haar moeder de som van 20-0-0 pen 20 had geleend van Marie van Liebeke met de belofte die af te betalen (obligatie). Deze was nu deels overgedragen aan Jozyne van Liebeke en daarna aan de fondatie van Sint Niclays Pagant (godshuis Sint Niclays). Niclaeys van Liebeke had zich borg gesteld over haar moeder. Op verzoek van de weduwe van Niclaeys van Liebeke verbindt Barbara Thiry dit huis en kaarsgieterswinkel in een borg |
| 26/11/1712: arrest - Joannes Simoens, erfgenaam van Pieter Clarisse, laat beslag leggen op het huis van Frans Thiry omwille van een schuld van 89-18-8 (2 wisselbrieven) |
| 14/08/1713: verkoop bij decreet - Na gerechtelijke inbeslagneming op verzoek van Joannes Simoens, erfgenaam van Pieter Clarisse, en gerechtigd door Jan Priem, om een schuld van 51-10-0 pen 16 en 1-15-3 arrestkosten en 1-3-3 decreetkosten, wordt het huis verkocht bij decreet aan Joannes Simoens |
| 3/09/1714: arrest - Cornelis van Cabbeke liet beslag leggen op het huis van Frans Thiry om een schuld van 26-10-5 (n.a.v. het overlijden van Barbara Thiry) en om 1-2-8 kosten |
| 3/09/1714: arrest - Joos van de Maele, meester van Sint Julien, liet beslag leggen op het huis van Frans Thiry om een schuld van 50-0-0 |
| 3/09/1714: arrest - Marie de la Villette liet beslag leggen op het huis van Frans Thiry om een schuld van 100-0-0 |
| 4/09/1714: arrest - Joanne Duyck liet beslag leggen op 1/2 van het huis van Frans Thiry n.a.v. het overlijden van zijn zus Barbara Thiry, omwille van 28-0-0 rest van 200 gulden wezenpenningen die Thiry ontving als voogd van Joanne Duyck. Van de 400 gulden wezenpenningen kwam 1/2 toe aan Joanne Duyck en 1/2 aan haar zus Therese Duck |
| 3/10/1714: verkoop (1/2) - Joannes Simoens en echtgenote verkopen 1/2 aan Albertus Goddyn |
| 11/10/1714: verkoop (1/2) - Albertus Goddyn en echtgenote verkopen 1/2 aan Ferdinande Pasman |
| 27/01/1715: verkoop bij decreet - Op verzoek van Judoca Hoys, weduwe van Niclaeys van Liebeke, is het huis in beslag genomen omwille van de borg die Barbara Thiry had gesteld n.a.v. de 20-0-0 die de weduwe van Frans Thiry op 8-11-1690 had geleend van Marie van Liebeke, hetgeen overgedragen was aan de weduwe van Daniel van Hulle en daarna aan de fondatie van Niclaeys Pagant. Het huis is verkocht bij decreet aan procureur Beyts die meer bood dan procureur Haghetuyte, bieder voor Catherine de la Villette |
| 29/07/1716: verklaring van eigendomsrecht - Procureur Beyts verklaart dat hij het huis had gekocht in opdracht van Ferdinande Pasman die alle kosten betaald had en dus de officiële eigenaar is van 1/2 van het huis |
| 13/11/1767: verkoop - Joseph de Cueninck, gerechtigd door de weduwe van Jacob Suvée, die tevoren gerechtigd was door de erfgenamen langs overgrootouderskant van Marie Anne De Beert, weduwe van Frans Moentack, verkoopt aan Isabelle Reubens en Marie Callens |
| 13/11/1767: rente - Isabelle Reubens en Isabelle (= Marie ?) Callens bezetten een rente van 11-5-0 pen 20 tvv Marie Anne vanden Dorpe. |
| 6/09/1773: verkoop - Isabelle Reubens en Marie Callens verkopen aan Lodewijk Gheuns |
| 25/06/1777: verkoop - Lodewijk Gheuns en echtgenote verkopen aan Leopardus Vincke |
| 21/01/1799: verkoop - Jacques Moentack de jonge, rentenier, gehuwd met Theresia Vyncke (voor zichzelf en zijn zwagers), Frans Serwijtens en Charles Moentack, gemachtigd in de vereffening van de boedel van Louis de Meulenaere en echtgenote Marie Anna Vyncke, verkopen aan Andries Poupe |