Back to top

Den Mol, Spinolarei 14

referentie JAN/0333
Part
Huisnaam Den Mol
Zestienstraat Speghelreye
Oud huisnummer A3/57
Adres Spinolarei 14
Adrescode 800003310014
Geschiedenis 1/01/1580: Jooris Michiels en Beernaert vanden Dorpe bezitten elk de helft van het huis "Den Mol"
1/02/1583: lopende schuld - Jooris Michiels verbindt het huis in een lopende schuld van 109-0-0 t.v.v. Beernaert vanden Dorpe
1/02/1583: verkoop - Beernaert vanden Dorpe verkoopt de helft van dit huis aan Jooris Michiels. Bij het huis hoort een erfje maar als daarop zal getimmerd worden mag de eigenaar van dit huis geen licht nemen op het erf van Colaert Tweeschellijnc. Het water van de goot tussen dit huis en JAN/0332 wordt alleen geleid tot gerief van beide huizen zonder dat daar iemand eigendom mag op eisen. Lasten: 2-8-4-20 erfrenten en leenrenten uit dit huis en "den Gouden Boom" en "de Boomeloose mande" en andere huizen errond, waarvan dit huis geen last draagt; voorts met 0-5-3-23 grondrente uit dit huis alleen aan diverse kloosters en kapellen. Beernaert vanden Dorpe transporteert ook het recht aan Jooris Michiels op een akte van 21-01-1577 (P. Belle)
1/02/1583: rente - Jooris Michiels bezet een rente van 0-20-0 pen 16 t.v.v. Beernaert vanden Dorpe
10/03/1584: verkoop - Denijs Lhermijte verkoopt het huis aan Augustyn Claijsman
10/03/1584: verkoop - Joris Michiels verkoopt het huis aan Denijs Lhermijte. De rente van 0-20-0 pen 16 wordt niet meer vermeld maar er is nog een lopende schuld van 120-0-0
7/09/1588: verkoop bij decreet - Het huis werd gerechtelijk in beslag genomen en verkocht bij decreet met 27-0-0 lopende schuld die er op bezet blijft. Koper is Juliaen vanden Dorpe
21/05/1599: transport van eigendomsrecht - Juliaen vanden Dorpe transporteert aan Pieter Nollet het recht dat hij door koop bij decreet bekwam in dit huis
21/05/1599: rente - Pieter Nollet en echtgenote bezetten op dit huis een rente van 2-0-0 pen 16 t.v.v. Juliaen vanden Dorpe
21/05/1599: lopende schuld - Pieter Nollet en echtgenote verbinden het huis in een lopende schuld van 118-0-0 t.v.v. Joos vanden Dorpe
28/02/1609: rente - Pieter Nollet en echtgenote bezetten op dit huis en op het huis en heester NIK/1211 een rente van 4-0-0 pen 16 t.v.v. Jaecques de Witte
21/01/1630: arrest (marge) - Louys Nollet, gemachtigd door zijn vader Pieter Nollet, liet arrest doen op de helft van dit huis dat door sententie van het college van de stad werd toegewezen aan Jacques Weijnsone. Het arrest gebeurt wegens een schuld van 132-0-0 van Weijnsone wegens reparaties en andere waarmee deze helft van het huis belast is boven de baten of huren die uit het huis gingen, en de intresten van dit bedrag sedert 24-12-1626, datum van de sententie
15/09/1639: arrest - Lenaert de Keysere, gemachtigd door Jaques Weijnssone, liet arrest doen op het huis voor zover het eigendom is van de weduwe van Pieter Nollet de oude. Dit gebeurt eerst om de helft van 13-15-0 die de weduwe Nollet aan arrestant schuldig is voor het gebruik van de andere helft van het huis voor de jaren vanaf september 1627 tot 1631 met intresten aan de penning 16 sedert 20 juli 1635; voorts omwille van de helft van 16-0-0 voor het gebruik van de jaren 1632 tot en met half mei 1636 met intresten sedert 20 juli 1635
31/10/1640: verkoop bij decreet - De helft van dit huis werd in beslag genomen en is verkocht bij decreet aan Loijs Nollet
30/01/1641: rente - De weduwe van Jaques Weinsone bezet op de helft van dit huis een rente van 4-10-0 pen 16 t.v.v. Jaques, zoon van Gheeraert Claeisman
25/03/1641: rente - Loys Nollet en echtgenote bezetten een rente van 6-0-0 pen 16 t.v.v. de weduwe van Pieter Nollet
25/03/1641: lopende schuld - Loys Nollet en echtgenote verbinden de helft van dit huis in de schuld van 146-7-7-12 t.v.v. de weduwe van Jaques Weynssoone
25/03/1641: verkoop - De weduwe van Pieter Nollet (voor een helft) en Catheline Claeisman, weduwe van Jaecques Weynssone (voor de andere helft) verkopen dit huis aan Loys, zoon van Joos Nollet
20/05/1647: arrest - Michiel Verbeke, gemachtigd door Pedro Vasquez, administrateur van de goederen van de markiezen "Terrazonaen", liet arrest doen op het huis van Loys, zoon van Joos Nollet, omwille van het pachtgeld van de Schorren Hazegars (3200 guldens per jaar) dat hij nog schuldig is voor de jaren 1645 en 1646. Het arrest gebeurt als borgstelling
3/07/1648: arrest - Jaspar Winckelman, gehuwd met Marie Florence Bastien en voogd van de drie minderjarige kinderen van Florence, liet arrest doen op het huis van Loys, zoon van Joos Nollet, wegens een achterstallige rente van 8-10-8-4 pen 16 sedert maart 1647
16/02/1654: verkoop - Pieter Sucx, burgemeester van de commune en vertegenwoordiger van het bekommerd sterfhuis van Louys, zoon van Joos Nollet, verkoopt het huis met erf aan Juan Potvliet voor 452-11-0, met aftrek van zijn gewonnen wijngelden. De som is in twee schijven te betalen: de helft contant en de andere helft in mei 1654. Het huis wordt daarin verbonden. Het huis wordt gehuurd door Marie Pardo voor 26-0-0 per jaar voor de duur van drie jaren vanaf 2 juni 1652
18/08/1657: rente - Meester Jacobus Matin, gemachtigd bij procuratie over de heer Potvliet, bezet op dit huis een rente van 8-0-0 pen 16 t.v.v. het klooster Bethanie, ter acceptatie van zuster Jaecquemijnken Dhane
23/01/1662: arrest - Pieter Verplancke, ontvanger van de issue van Brugge, liet arrest doen op het deel van dit huis dat toekomt aan de niet-Brugse erfgenamen van het sterfhuis van Joan Potvliet om het issuerecht te bekomen op de erfenis
20/03/1662: verkoop - De erfgenamen van Juan Potvliet, met uitzondering van de koper, waarvan sommigen hun mede-erfgenamen vertegenwoordigen, verkopen 3/4 van het huis aan Pieter, zoon van Jan Jacobs, die reeds 1/4 bezit via zijn echtgenoe Cornelie Potvliet. Het paardenstal of achterhuisje op het verkochte erf hoort echter toe aan Guillame de Wree, de voorgaande gebruiker
9/10/1666: rente - Pieter Jacobs, weduwnaar, bezet op het huis een rente van 18-0-0 pen 20 t.v.v. Guido vanden Bogaerde
21/07/1679: rente - Pieter Jacobs bezet op het huis een rente van 17-0-0 pen 22 t.v.v. Marie van Thienen, weduwe van Jan de Neckere, en van Joannes, enig minderjarig kind van dezelfde de Necker bij Catharina van Damme, ter acceptatie van Marie van Thienen
11/02/1689: inbeslagneming - P. A. Faignaert, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat op verzoek van Marie Schelhaever, weduwe van Pieter Lantschoot, en Franciscus Xaverius Huwijn, gemachtigd door Angela Barbara Schelhaever, wonende te Venetië, dit huis en JAN/0533-1 in beslag nemen ten laste van de erfgenamen van Pieter Jacobs, om van het sterfhuis een "douarie conventionele" van 200-0-0 en intresten af te houden. Hierover is een proces hangende
1/06/1690: rente - Pieter Jacobs en echtgenote bezetten op 1/5 van dit huis een rente van 2-0-0 pen 16 t.v.v. Jan Sijmoens
29/08/1691: verkoop - Pieter Jacobs en echtgenote verkopen 1/5 van dit huis en erf met toebehoren en 1/5 van het achterhuis en paardenstal aan Philips de Gheldere
1/08/1693: rente - Jan Callebout en echtgenote Valentijne Jacobs bezetten op 1/5 van dit huis en het erf met toebehoren een rente van 2-0-0 pen 20 t.v.v. juffrouw Marie de Cuenijnck
9/11/1697: transport - Joannes de Neckere transporteert aan Christiaen de Vos een rente van 8-10-0 pen 22 ten laste van Pieter Jacobs, op dit huis bezet. Het betreft de helft van een rente van 17-0-0 pen 22
26/11/1698: arrest - Gerardus de Witte, erfgenaam en uitvoerder van het sterfhuis van zijn ouders Geerart de Witte en echtgenote, liet arrest doen op dit huis voor zover eigendom van Jan Calebout en Marie Jacobs, uit hoofde van Pieter Jacobs, wegens een schuld van 40-0-0 die Calebout en Marie Jacobs aan het sterfhuis schuldig zijn door een lening (J.B. de Villegas)
12/01/1699: verkoop - Gerardus de Witte, Ignatius de Witte, Joanne de Witte, Philippe Diericxen en echtgenote, Jan de Brune en echtgenote, Geradus de Witte en Philippe Diericxen als voogden van Carolus, Adriane, Catherine en Carolinne de Witte, voorts Marie, dochter van Pieter Jacobs, en Jan Calebout en echtgenote verkopen het huis met toebehoren aan Catherine, Clara, Isabelle, Anna en Marie Cobrysse, ter denominatie van Ignatius Mulier en ter acceptatie van Clara Cobrysse
24/03/1699: verkoop - Emerentiana Kerckhof, weduwe en bezitter van het bekommerd sterfhuis van Philippe de Gheldere, verkoopt 1/5 van dit huis met toebehoren en 1/5 van het achterhuisje of paardenstal, aan Geerart de Witte
23/02/1719: verkoop - Anna Cobrysse, meerderjarig, verkoopt het huis aan Guillame Hacke
16/04/1740: inbeslagneming - Martinus van Acker diende een verzoek tot inbeslagneming in bij de Raad van Vlaanderen. Jan Carolus vander Heijden was hem 11-6-8 schuldig. Er was beslag gelegd op het erfdeel dat Carolus vander Heijden toekwam, maar dit komt te verjaren en hij is nog steeds niet voldaan van die schuld. Daarom laat deurwaarder Simoen La Gace het erfdeel dat Jan Carolus vander Heyden toekwam na het overlijden van N. Walram, overleden echtgenote van Guillame Backe, in beslag nemen. Het betreft zijn deel in dit huis, JAN/0491, JAN/0492, JAN/0402, NIK/0691 en NIK/0692
2/01/1741: herhaling inbeslagneming - Simoen La Gace, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, herhaalt de voorgaande inbeslagneming
4/05/1754: rente - Frans Norbert de Laveijne bezet op dit huis een rente van 8-0-0 pen 25 t.v.v. Guilliame Hacke
4/05/1754: verkoop - Guillame Hacke verkoopt het huis aan Francois Norbert de Laveijne
23/01/1756: rente - Frans Norbert de Laveijne en echtgenote bezetten een rente van 5-0-0 pen 20 t.v.v. Pieter Dhanins, heer van Moerkerke
7/03/1757: verkoop - Frans Norbert de Laveijne en echtgenote verkopen dit huis en JAN/0334 en CAR/0480 aan Joannes de Laveijne
22/08/1758: arrest op rente - De rente van 8-0-0 pen 20 die op 4 mei 1754 op dit huis werd bezet, wordt gearresteerd op verzoek van de weduwe van Guillame Hacke. Zie CAR/0045
6/06/1759: transport van rente - 5/8 van de rente van 8-0-0 pen 25 de dato 4 mei 1754 werd getransporteerd aan Marie Ernestine Joanne Radkowitz de Mirowitz, weduwe van Guillame Hacke. Zie OLV/0099
26/05/1778: verhuur - Pieter van Heule en echtgenote Joanna de Laveijne verhuren dit huis aan Francois van Caloen voor 3, 6, 9, 12, 15 of 18 jaar alle drie jaar pachtersoptie, voor de prijs van 36-0-0 per jaar boven de huisgelden
30/06/1778: registratie van overeenkomst met buurhuis - Op 21-05-1778 werd een geschrift ondertekend door J.B. van Zuijlen van Nijevelt (eigenaar van het Wit Schildt: JAN/0321 en JAN/0322) en Pieter van Heule (eigenaar van dit huis) waarin staat dat het Wit Schilt een dienstbaarheid van uitgang heeft in de noordoosthoek van zijn erf, noordwaarts tussen het erf van Pieter de Wree en het erf van Pieter van Heule, naar de Spinolarei. Van Zuijlen wil daarvan afstappen op voorwaarde dat van Heule in de zuidoosthoek van zijn erf op eigen kosten een muur optrekt, waarop van Zuijlen of nakomelingen mogen timmeren zonder licht af te nemen van van Heule. Daarenboven moet van Heule de muur afbreken die hij gebouwd heeft op de zuidwesthoek van zijn erf in de straat en uitgang naar de Crommewal en hij mag daar een nieuwe muur stellen van 14 voet hoog met een koetspoort in het midden of afstand van 16 voet oostwaarts van de zuidwesthoek van het erf van Pieter van Heule, zodat het straatje wordt afgesloten. Het afgesloten straatje wordt eigendom van van Zuijlen. Van Heule verklaart tevens dat de eigenaar van herberg "de Cordewagen" afstapt van zijn recht op doorgang naar de Spinolarei
30/06/1778: registratie van overeenkomst met buurhuis - Een geschrift van 21 mei 1778 wordt geregistreerd ondertekend door P. de Wree, dit Veranneman, eigenaar van "de Drie Pecktonnen" (nu samengevoegd met "het Vaeghevier" en bekend als JAN/0334, JAN/0335 en JAN/0350-1) enerzijds en Pieter van Heule, eigenaar van dit huis "den Mol" anderzijds. Beide huizen staan naast elkaar aan de zuidkant van de Spinolarei. Er werd overeengekomen dat alle vensters onderaan en bovenaan die uitgeven in het Zackwijnstraetken mogen blijven behouden met uitzondering van een venster dat beneden in de alkoof uitkomt. Dit en de drie andere ernaast in het straatje zullen worden gedicht op kosten van van Heule tot aan het dak van de nieuwe keuken die Pieter van Heule nu maakt. De vensters boven de keuken mogen blijven bestaan, maar de eigenaars van "den Mol" moeten toestaan dat er aan hun kant wordt aan gewerkt. De vensters mogen verhoogd worden wanneer dat nodig zou blijken. De loden goot mag blijven bestaan naar de regenbak van de Wree en de eigenaars van "de Mol" zullen moeten toezien dat ze op tijd gerepareerd wordt. Het venstertje in de vaute onder de nieuwe keuken mag er blijven. De muur tussen beide huizen wordt geschat op 70-0-0 en wordt gemeenschappelijk. Van Heule ontvangt hiervoor 35-0-0