De Zeven Torren, Hoogstraat 6
referentie | DON/0134 |
Part | |
Huisnaam | De Zeven Torren |
Zestienstraat | Hoochstraete |
Oud huisnummer | B2/7 |
Adres | Hoogstraat 6 |
Adrescode | 800001230006 |
Geschiedenis | 1/01/1580: Het huis met de Zeven Torren is eigendom van de Heer van Male |
24/11/1654: rente op rente - Een rente van 0-20-0 is belast.Zie CAR/0703 | |
21/09/1667: rente - Eugenius de Vicq, deken van de kathedrale kerk van Sint-Donaas, curator van Jan Loijs Lopez Gallo, baron van Maele, en meester Niclaeijs Rommel, gemachtigd door het Vrije over de gecurateerde, bezetten op de helft van dit huis een rente van 92-15-8 pen 16 t.v.v. Paulo Cobrijsse. De rente ging in op 15-07-1659 en is betaald tot en met 15 juli 1664. | |
23/10/1676: arrest - Meester Jacobus Mattijn liet arrest doen op het huis van Louijs Lopez Gallo, baron van Maele, voor zover hij er eigendom in heeft, wegens een rente van 11-7-6 pen 16 en achterstallige intresten sedert 16 mei 1670, en wegens een rente van 6-5-0 en intresten sedert 9 december 1669 | |
29/07/1683: arrest - Aernout Huwyn liet arrest doen op dit huis van baron van Maele en zijn zus wegens een schuld van 215-8-3-10 met intrest aan pen 16 sedert 31 mei 1680 en wegens de aktekosten van 23-17-0 | |
8/10/1683: inbeslagneming - J. de Roo, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, neemt op verzoek van de weduwe van Guido van Bogaerde, het kapitaal van de rente in beslag van 1-16-0 t.v.v. Melchior Le Poivre, heer van Vreckhem in Oudenaarde, en ten laste van baron van Maele. Dit gebeurt ter verzekering van de rente van 32-0-0 kapitaal met intresten | |
7/10/1692: verkoop bij decreet - Na gerechtelijke inbeslagneming werd dit huis verkocht bij decreet op verzoek van Anna Marie Cobrijsse, laatst weduwe van Jaecques de Gheldere, wegens een achterstallige rente van 92-15-0 pen 16, achterstallig sedert 15-07-1686. Hiervan wordt 27-7-0 afgetrokken. Het huis wordt verkocht aan de decretante voor 600-0-0 oude koers | |
7/02/1696: verkoop bij decreet van renten - Een rente van 0-30-0 ten laste van baron van Maele was bezet op het huis de Zeven Torren; een rente van 6-0-0 was bezet op JAK/0468 van Cornelis Beernart. Beide renten horen toe aan de weduwe van Melchior Le Poyvre, heer van Vrechem. Beide renten werden in beslag genomen en werden verkocht bij decreet op verzoek van Jan Perneel die het recht bekwam van de erfgenamen van Isacq van Bombeke. Dit gebeurde omwille van een schuld van 47-5-7 voor tafelkosten en verbruik van Le Poyvre in het huis van Bombeke en met arrestkosten en 1-19-7 decreetkosten. Perneel koopt dit via procureur Grave en bood voor elk het kapitaal en voor de verlopen 8-0-0 per jaar en 16-0-0. | |
22/12/1703: inbeslagneming - Thomaes Questroy, hoofdman van de parochie Meetkerke, betoogde dat de burgemeesters en schepenen van het Vrije de ontvangsten van de parochie toegewezen hadden aan Laureins Huwyn. Jan Cornille had zich borg gesteld over Huwyn. Deze laatste was zonder spoor na te laten vertrokken, zodat Cornille aangesproken werd voor de som van 1010-3-4 die verschuldigd bleef op de rekening van 1698 ter waarde van 1034-16-3-10. Daarenboven worden Laureins Huwyn en zijn borg Cornille nog verplicht de fouten die in de rekeningen geslopen zijn te zuiveren, waardoor ook nog heel wat geld van 1699 achterstallig is. De Raad van Vlaanderen laat daarom dit huis in beslag nemen in zoverre eigendom van Jan Cornille. Ook het huis van meester Xaverius Huwyn CAR/0111, een hofstedeke met huizen, schuur, stalling en andere gebouwen tussen Ezelpoort en Sint-Lenaerdspoort (EZDA/006), twee huizen in de Westmeers van Laureins Huwyn (OLV/0338²), een heester OLV/0493 met bijhorende huizen en gebouwen, en nog een andere heester ook van Huwyn (OLV/0599, OLV/0600, OLV/0601) worden in beslag genomen. | |
28/10/1704: verband - De helft van dit huis en het recht van "noten ende ploten" (vruchtgebruik) van de andere helft werden door Jan Cornille de oude en echtgenote verbonden t.v.v. meester Frans Huwyn. Zie EZDA/006 | |
4/01/1709: arrest - Meester Frans Huwyn liet arrest doen op de helft van het huis van Gaspar de Gorcy, baron van Maele, wegens een schuld van 44-1-8 ten laste van de baron | |
11/04/1711: arrest - Marie Hoet, echtgenote van Jacques Paesscheseune te Vormezeele, gemachtigd door haar man, liet arrest doen op het huis van Gaspar de Gorcy, wegens de koopsommen van een huis, herberg en brouwerij en van nog een huis in de heerlijkheid van Vormezeele, samen met de besproken wijnpotten, hoofdkleden en andere lasten en voorwaarden die erbij horen. Ook de pachten of huishuren worden gearresteerd. De barones van Quincy verklaarde de verkopingen van 1698 en 1700 ongeldig tussen Paesscheseune en Gorcy. Ook de kosten van wat betaald is in het baljuwschap van Ieper worden aangerekend. | |
17/04/1711: arrest - Margriete le Pla, echtgenote van Jan Baptiste de Moor en gemachtigd door haar man, liet arrest doen op het huis van Gaspar de Gorcy wegens een schuld van 3720 guldens 12 stuivers 3 deniers en een schuld van 625 guldens 13 stuivers en half die Gorcy schuldig is aan Jan Baptiste de Moor bij slot van de rekening van 22 september 1708 en van 17 oktober 1710. Het arrest gebeurt ook voor een schuld van 2607 guldens 11 stuivers die de Moor als ontvanger van de goederen van de heer van Vormezeele heeft betaald aan Gorcy, die samen met mevrouw de Quincy de directie van de goederen van de heerlijkheid uitoefenden, als erfgenamen van de heer van Male en zijn zus. Mevrouw de Quincy weigert de rekening van de Moor te betalen. Hierover is een proces hangende in het parlement van Kamerijk. Bij het arrest worden ook alle bijkomende kosten aangerekend | |
9/09/1717: inbeslagneming - Niclaijs Maertens had van Gaspar de Gorcij, baron van Male, een stuk grond gekocht van 76 gemet 2 lijnen en 56 roeden, wijlen een hofstede Daverloo in de heerlijkheid van Sijsele in de parochie van Sint-Catharina buiten Brugge, op datum van 27 april 1711 en ondertekend door J.B. de Crits. Bij die grond hoorde de helft van de weg die van Daverloo naar de gemeenteweide liep. Hij had die ondertussen geëffend en beplant, maar die eigendom wordt nu betwist door de gemeente Assebroek. De baron de Gorcij moet hem hiervoor schadeloos stellen. Die aanspraken worden op de Gorcij verhaald en daarom wordt zijn huis in de Hoogstraat in beslag genomen | |
5/09/1718: hernieuwing inbeslagneming - De deurwaarder van de Raad van Vlaanderen hernieuwt de inbeslagneming op verzoek van Niclays Maertens en ten laste van de baron van Male | |
31/03/1719: verkoop bij decreet - De helft van dit huis werd verkocht bij decreet op verzoek van Judoca van Houcke, laatst weduwe en bezitter van het sterfhuis van Jan Cornille en tevoren van Aernout Huwyn. Zij bezit de andere helft. Alle renten die reeds op het huis rustten voor de instelling van de registers van de zestendelen worden opgesomd en alle arresten die op het huis gedaan waren eveneens. Mogelijke erfgenamen werden opgeroepen zich kenbaar te maken. Uiteindelijk heeft pensionaris Huwyn voor zijn moeder de helft van de partij geboden, met name 700-0-0. Procureur Emmery, voor Jan Baptiste de Moor te Ieper, richtte een schriftelijk verzoek. Toch kon de doorgang van het decreet niet belet worden. Ze werden doorverwezen naar de vierschaar. | |
31/08/1719: vernieuwing inbeslagneming - De Raad van Vlaanderen hernieuwde de inbeslagneming op verzoek van Niclays Maertens ten laste van Jaspar de Gorcy, baron van Male | |
13/04/1720: verkoop - Judoca van Houcke, laatst weduwe en bezitter van het sterfhuis van Jan Cornille, en tevoren van Aernout Huwyn, verkoopt het huis de Seven Torren aan meester Antone Ignace van Ste elant | |
7/05/1760: arrest - Op verzoek van de weduwe van Jaques van Zuijlen van Nijevelt de oude werd 1/4 van dit huis in beslag genomen ten laste van Jaeques van Zuylen van Nijevelt de jonge om bezetting te bekomen van 1403-5-8 en van 100-0-0 kapitaal en intrest sedert respectievelijk 15 maart 1755 en 7 augustus 1752. Zie JAK/1642 | |
9/05/1760: arrest - Op verzoek van Pieter de Corte werd 1/4 van dit huis in beslag genomen ten laste van Jaques van Zuylen om lossing of bezet te bekomen van 100-0-0 kapitaal met intrest. Zie JAK/1642 | |
9/11/1761: inbeslagneming - 1/4 van dit huis van Jaques van Zuylen van Nijevelt Gaesbeke werd in beslag genomen op verzoek van de weduwe van Jaques van Zuylen van Nijevelt wegens een schuld van 368-14-9,5. Zie JAK/1642 | |
10/07/1762: arrest - 1/4 van dit huis van Jacques van Zuijlen werd in beslag genomen op verzoek van Pieter de Corte wegens een schuld van 100-0-0 met intresten. Zie NIK/1191-2. | |
21/09/1764: arrest - Het deel van Jaques van Zuylen in dit huis werd gearresteerd op verzoek van Eugenius Goddyn wegens een schuld van 196-19-0. Zie JAK/1642 | |
4/05/1765: verkoop - Pieter Gilliodts, gemachtigd door Jaques Antone van Zuijlen de Nijevelt en echtgenote, verkoopt 1/4 van dit huis aan Catharina Woelaert, weduwe van Jaeques van Zuijlen de Nijevelt | |
30/07/1782: verband - Joannes de Wielmaecker, gemachtigd door Jan de Peellaert de Steldershave en echtgenote Therese Coppieters, meldt dat De Peellaert voor 10.000 guldens deelnam in de Commercie van Assurance Maritime van de heren Chevalier, d'Hont, de Nieuburg, van Outrijve, de Merckem en consorten. Hij verbindt zijn persoon, dit huis en toebehoren als borg van zijn medegenoten |