Back to top
Menu

Den Casselberch, Hoogstraat 6

referentie DON/0133
Part
Huisnaam Den Casselberch
Zestienstraat Hoochstraete
Oud huisnummer B2/6
Adres Hoogstraat 6
Adrescode 800001230006
Geschiedenis 1/01/1580: het huis Den Casselberch is eigendom van Guillame Bibau
19/01/1580: lopende schuld - Jan Deechbroot verbindt het huis in een lopende schuld van 324-6-7 t.v.v. de erfgenamen van meester Michiel Paeuwaert
19/01/1580: verkoop - Guillame Bibau verkoopt het huis aan Jan Deegbroot. Lasten: 8-0-0 pen 18 t.v.v. Jan van Nieuwenhove; 16-13-4 pen 16 t.v.v. Charles de Schildre
1/07/1639: arrest - Beernaert de Craes liet arrest doen op het huis wegens een schuld van 50 penningen voor een donatie van Joanna Coucke aan Jaques de Winemaurt en consorten
30/06/1645: verkoop - Niclaeis van Woestwincle, gemachtigd door Anthonus Deechbroot, verkoopt de helft van dit huis aan Frans van Haveskercke
1/07/1645: verkoop - Franchoise Gaille de Salamanca, voor haarzelf en gemachtigd door haar man Jaques de Wignacourt, verkoopt de helft van dit huis aan Frans van Haveskercke
1/07/1645: rente - Frans van Haveskercke en echtgenote bezetten op dit huis een rente van 281 guldens 5 stuivers pen 16 t.v.v. Jaques de Wignacourt
6/07/1645: rente - Frans van Haveskercke en echtgenote bezetten op dit huis een rente van 34-7-6 pen 16 t.v.v. Niclaeis van Woestwincle
6/09/1645: toevoeging van buurerf - Aan dit huis werden twee roeden erf toegevoegd van het huis DON/0132. Zie daar.
1/09/1649: schenking - Enkele delen van dit huis werden geschonken aan Eugien en Jenne van Haviskercke. Zie NIK/0106
18/09/1651: arrest - Jan Schaepelinck, die transport heeft van Frans Rougelen, liet arrest doen op dit huis van Eugenius, zoon van wijlen Frans van Haveskercke, en Adriaen van Haveskercke, gehuwd met Jenne Marie, ook dochter van Frans, wegens een schuld van 3200 guldens en intresten sedert 22-06-1649; voorts nog opleg van 400 gulden met intrest sedert 09-11-1648. Ze kunnen ook een rente bezetten op dit huis.
6/11/1654: verkoop - Eugenius Albert van Haveskercke, ongehuwd meerderjarig, Adriaen van Haveskercke en echtgenote verkopen het huis aan Catharina Carillo, weduwe van wijlen Philips Albert de Vicq, en haar kinderen. De 2 roeden erf worden meeverkocht
10/06/1659: verkoop - Eugenius de Vick, gemachtigd door Catharina Carillo, weduwe van Albert Philips de Vick, en als voogd samen met meester Pieter de Curtewijle van de minderjarige kinderen van Philips, verkoopt het huis met toestemming van het College van het Vrije aan Christiaen van Caloen, samen met de twee roeden erf
12/11/1676: verband - Jenne Rommel, echtgenote van Claude Maes en tevoren weduwe van Christiaen van Caloen, voor haarzelf en voor haar man Claude Maes, bekent een schuld te hebben van in totaal 720-0-0 aan Chaerles Maes, gehuwd met Anna van Caloen, aan Catharina en Christina van Caloen, haar drie kinderen bij Christiaen van Caloen. Dit in verband met erfenis
21/11/1676: inbeslagneming - J. de Roo, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat dit huis in beslag nemen op verzoek van Walburghe Marie van Tombeke, weduwe van meester Jan Borrij, en ten laste van Claude Maes en echtgenote Anna Rommmel voor een achterstallige rente van 25-0-0 pen 16. Deze is achterstallig sedert 20 april 1676. Er is ook nog een som tekort van 2-0-0 voor de rest van het jaar 1672.
9/12/1676: inbeslagneming - J. de Roo, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat de helft van dit huis in beslag nemen op verzoek van Carolus Maes. Het huis is eigendom van Claude Maes en Jenne de Rommel, weduwe van Christiaen van Caloen, en wordt bewoond door Leopoldus Nieulandt, meester van de Koninklijke Rekenkamer. De inbeslagneming gebeurt wegens een schuld van 12000 guldens kapitaal en intresten aan de penning 16 sedert 19-10-1669
7/06/1680: rente - Jenne Marie rommel, gescheiden echtgenote van Claude Maes, en tevoren weduwe van Christiaen van Caloen, bezet op de helft van deze partij een rente van 200 guldens pen 20 t.v.v. Christina van Caloen ter acceptatie van Frans van Caloen, voogd.
26/01/1694: verband - Jenne Marie Rommel, gescheiden echtgenote van Claude Maes en tevoren weduwe van Christiaen van Caloen, verbindt de helft van dit huis, erf en toebehoren in een eeuwige rente van 3-3-4 pen 24 t.v.v. de pastoor en commun van de Sint-Walburgakerk voor 30 zielemissen per jaar voor haar zelf en van Catharine van Calloen en alle andere familieleden. Deze fundatie moet honderd jaar blijven bestaan. Meester Ignatius Lespe, pastoor van de kerk, verschijnt mee om deze fundatie te aanvaarden
28/01/1694: verkoop - Jenne Marie Rommel, gescheiden echtgenote van Claude Maes en tevoren weduwe van Crhistiaen van Calloen, verkoopt de helft van het huis aan Isidorus Heurard, heer van Ramlot, die de andere helft reeds bezit via zijn echtgenote Christina van Calloen. Bij de verkoop wordt ook verwezen naar de voorgaande rentebezetting
30/10/1694: schuld - Isidorus d'Heurardt, heer van Ramlot, en echtgenote verbinden het huis in de schuld van 3000 guldens die ze ontvangen hebben van een rente voor dit bedrag ten laste van het huisgeld van Gent (obligatie van 28-03-1689). Ze hadden hun deel gekregen van haar tante Catharina van Calloen
12/12/1771: verkoop - Boudewyn Boone, gemachtigd door de moederlijke erfgenamen van Joanna Rosa Dhenraed de Ramelot, overleden echtgenote van wijlen Pieter Louis van Borssele vander Hooghen, verkoopt het huis aan Joannes Georgius van Outrijve