Back to top

Prinsenhof 7

referentie JAK/1654-4
Part
Zestienstraat Princenhofstraete
Oud huisnummer D2/40
Adres Prinsenhof 7
Adrescode 800002740007
Geschiedenis 1/01/1653: Cornelis Masijn liet een huis bouwen op dit perceel. Toen deze straat officieel "Princenhofstraete" werd en de zestendelen werden bijgevuld, was het huis op dit perceel nog niet afgewerkt
25/02/1662: inbeslagneming - Dit huis werd in beslag genomen op verzoek van Rogier de Gheldere. Zie JAK/1654
7/07/1664: verkoop ; rente - Het huis werd verkocht aan meester Frans Blanckaert. Zie JAK/1654. Het werd diezelfde dag belast met een rente van 25-0-0 pen 16
16/10/1664: rente - Het huis werd belast met een rente van 25-0-0 pen 20. Zie JAK/1654
5/06/1666: verkoop (terugverkoop of "retrocessie") - Meester Frans Blanckaert en echtgenote verkopen dit huis en de twee volgende (JAK/1654-5 en JAK/1654-6) en JAK/1656² opnieuw aan Cornelis Masijn ("ghaven retrocessie")
5/06/1666: rente - Cornelis Masijn en echtgenote bezetten op dit huis, de twee volgende (JAK/1654-5 en JAK/1654-6) en op JAK/1656² een rente van 8-0-0 pen 16 t.v.v. meester Frans Blanckaert
12/03/1667: rente - Cornelis Masijn en echtgenote bezetten een rente van 5-10-0 pen 18 t.v.v. Cornelie Audejans, weduwe van Jooris Ghijsebrecht
5/03/1671: schuld - Barbara Allaert, echtgenote van Cornelis Masijn de oude, voor haarzelf en haar echtgenoot (machtiging via stad Brussel), zegt een schuld te hebben aan Marie en Barbara, twee minderjarige kinderen van Jaecques Masijn. Het betreft een bedrag van 80-0-0, rest van 96-0-0, die deze kinderen toekwam na het overlijden van Jaecques Masijn. Ze belooft een jaarlijkse intrest van pen 16 of 5-0-0 te betalen ter acceptatie van Pieter Pauwel Hubrechts, voogd
8/12/1676: rente - Cornelis Masijn en echtgenote bezetten een rente van 4-0-0 pen 20 t.v.v. Joannes Wouters
10/02/1678: inbeslagneming - J. de Roo, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat dit huis en JAK/1654-7 van Cornelis Masijn, nu van zijn weduwe en erfgenamen, in beslag nemen op verzoek van Marie van Cotengijs, laatst weduwe van Joos Walgraeve, wegens schulden en aanspraken die breder vermeld zijn in het proces
31/03/1678: arrest - Fremin de Grave deed arrest op dit huis en JAK/1654-7 van de weduwe en erfgenamen van Cornelis Masijn, wegens een schuld van 15-11-6, intresten en kosten
31/03/1678: arrest - Joos Cornelis deed arrest op dit huis en JAK/1654-7 van Jan Masijn, wegens een schuld van 5-0-0 over een assignatie door hem aan arrestant gegeven op stokhouder Schrijver, maar door Schrijver niet aanvaard
28/04/1678: arrest - Jan van Lerberghe liet arrest doen op het huis van de weduwe en erfgenamen van Cornelis Masijn, wegens een schuld van 1-15-4, rest betaling van afgehaald brood
6/05/1678: arrest - Er werd door Michiel van Houte arrest gedaan op dit huis. Zie JAK/1654-7
28/05/1678: arrest - Jaecques de Schrijvere deed arrest op dit huis van de weduwe en erfgenamen van Cornelis Masijn wegens een schuld van 13-16-8 salariskosten voor een veiling in de stok van de Schrijvere op verzoek van de weduwe en erfgenamen van Masijn. Het ging om drie partijen huizen die aan het sterfhuis toebehoorden
28/05/1678: verkoop - De weduwe en erfgenamen van Cornelis Masijn verkopen dit huis (met toestemming betreffende de wezen) aan Jan van Allemes
11/12/1690: verkoop - De weduwe van Caerel Rondeel en tevoren van Jan van Allemes, Caerel Allemes en echtgenote, Jacobus van Allemes en echtgenote, voorts Jacobus en Cornelis van Allemes als voogden van Marie Rosa van Allemes, verkopen dit huis met toestemming van het college aan Martinus D'egghermont
9/01/1704: verkoop - Martinus Eggermont, weduwnaar van Isabelle de Vynck, voor zichzelf en gemachtigd door de oppervoogden van het Land van het Vrije voor Joannes de Roo, zoon van Jooris bij Anthonette de Vynck, en voor Jan Baptiste Forbiseur, gelegateerde in het sterfhuis van Isabelle de Vynck, verkoopt het huis aan Florent de La Motte
12/04/1714: transport van rente - Pieter Winoc Persens en consorten transporteren (notariaal transport voor notaris J.J. Boone) twee renten van resp. 5-10-0 pen 18 dd. 12-03-1667 en van 4-0-0 pen 20 dd. 08-12-1676 t.v.v. Jan van Goethem
30/03/1724: rente op rente - Marie de Smidt, weduwe van Jan van Goethem de oude, Joannes Baptiste van Goethem en echtgenote Marie Therese Wyts, en Therese van Goethem, ongehuwd meerderjarig, verbinden 7/10 van twee verschillende renten voor een totaal bedrag van 9-10-0 pen 20 (zie ook 12-04-1714) in een nieuwe rente van 4-10-0 (kapitaal 100-0-0) t.v.v. meester Niclays Herby, pastoor te Kortemark, en meester Bartholomeus Herby, kapelaan van de parochiale kerk van Sint-Jacobs
1/04/1727: inbeslagneming - De weduwe van Joannes Reubens en meester Bartholomeus Herby te Brugge, voor zichzelf en als voogd van de minderjarige kinderen van Joannes Reubens, verklaren dat meester Niclays Herby, broer en zwager van de comparanten, sedert 1711 toen hun moeder nog leefde, geestelijke was. Hun moeder en wijlen Joannes Reubens hebben nog tijdens de minderjarigheid van de tweede comparant 6/8 van diverse huizen verbonden in de titel klerikaal van Niclays. Na het overlijden van hun moeder hebben ze de huizen onderling verkaveld, de huizen in de Geldmunt werden verkocht. De weduwe verkreeg de huizen bij de afgebroken Oliebrug ; Bartholomeus de huizen ernaast en het huis op de Lange Reie tegenover het godshuis van de Potterie ; Niclays had ingestemd met de verkoop van eerste huizen maar kreeg ook een kapitale obligatie. Comparanten merken nu dat Niclays zich ontdoet van zijn goederen en vrezen dat zij zullen aangesproken worden voor hun hypotheken voor zijn klerikale titel. De huizen te Damme van Niclays werden niet in die titel verbonden. De deurwaarder van de Raad van Vlaanderen neemt de huisjes te Damme en enkele kleine renten van Niclays te Damme en Brugge in beslag ter ontlasting van de hypotheek. Voor dit huis wordt de rente op de rente dd 30-03-1724 in beslag genomen
20/03/1728: vernieuwing inbeslagneming - De deurwaarder van de Raad van Vlaanderen hernieuwt de inbeslagneming van kapitaal van de rente bezet op dit huis. Zie inschrijving hiervoor
16/03/1729: hernieuwing inbeslagneming - De bovenstaande inbeslagneming wordt hernieuwd door de Raad van Vlaanderen
9/11/1729: verkoop - Theresia van Goetem, gemachtigd door Elisabeth Smits, weduwe van Florentius de La Motte te Leuven, verkoopt het huis aan Frans Raes
5/12/1744: verkoop - Pieter de Vos, curator van Adriaen Raes die in het buitenland verblijft, Boudewijn Boone en Albert de Ghelder (voogden van Anna Marie, dochter van Niclaeijs Dhondt), vermelde Pieter de Vos als gemachtigde door Phlippe Raes, Andries en Isabelle Dhondt en door Pieter de Pecker en echtgenote, door Andries Dhondt en Leopoldus de Backere (voogden van Marie, Rosa en Pieter, kinderen van Lodewijck de Backer, met toestemming van de wet van het Houtsche) verkopen het huis aan Pieter Madere
4/09/1755: verband clericaal - Het huis is verbonden in de titel klerikaal van Eduardus Madere voor een bedrag van 40-0-0 per jaar. Zie JAK/1655
25/02/1785: erfenisverdeling - Het huis is toegewezen aan Eduardus Madere. Zie JAK/1654