Back to top

Ontvangersstraat 18

referentie JAK/1653-2/2
Part
Zestienstraat Ontfangherstrate
Oud huisnummer D2/48
Adres Ontvangersstraat 18
Adrescode 800002460018
Geschiedenis 1/01/1653: Rogier de Gheldere liet hier een nieuw huis bouwen van de oude gebouwen van het Prinsenhof. Eigendom Rogier de Gheldere
27/05/1653: arrest - Er werd arrest gedaan op de eigendom van Rogier de Gheldere. Zie JAK/1657-2
25/09/1654: arrest - Louys van Liekercke, gemachtigd door Nicolas Micault die transport ontving van Marie Taye, liet arrest doen op dit huis en JAK/1653-3 van Rogier de Gheldere wegens een schuld van 15796 guldens 3 deniers en intresten aan de pen 16 vanaf 18-10-1650 (rest koopsom Prinsenhof per acte van "voluntaire condemnatie) en kosten
9/11/1658: inbeslagneming - Het huis werd in beslag genomen wegens een schuld van 23.744 guldens en intresten. Zie JAK/1657-3
27/10/1662: transport - Het huis werd aan meester Louijs de Gheldere en de zijnen getransporteerd met voorwaarden en verband zoals vermeld bij JAK/1657-2
26/04/1668: rente - Het huis werd belast met een rente van 8-0-0 pen 18. Zie JAK/1653-3
8/05/1683: arrest - Phlips de Gheldere en consorten deden arrest op het deel van de erfenis dat toekomt aan zijn broer Martinus de Ghelder, na het overlijden van hun broer Louijs de Gheldere. Het betreft de erfenisdelen in dit huis, JAK/1653-3 en JAK/1671². Het arrest gebeurt wegens geld dat zij aan Martinus voorschoten
17/08/1683: arrest - Marie Teresia de Bargas, die een schenking kreeg van wijlen Marie Anna Cobas, weduwe van don Anthonio de Mareno, liet arrest doen op dit huis, meer bepaald op de erfenis van Martinus de Gheldere, en op zijn delen in het huis JAK/1671² die hij erfde van zijn broer kanunnik de Gheldere. Het arrest gebeurt om een schuld van 2750 guldens en intrest, per akte gewezen voor de militaire audiëntie dd. 15-12-1672
10/01/1684: arrest - Er werd door Frans Humbelot arrest gedaan op dit huis om borg te bekomen voor de som van 700-0-0. Zie JAK/1674-3
15/01/1684: arrest - Frans Pieter Humbelot, sergeant majoor van de burgerwacht van Brugge, liet arrest doen op 3/5 in dit huis en JAK/1653-3 die toekomen aan Phlips en Martinus de Ghelder en aan George de Brabant, gehuwd met Sophia de Gheldere, en op de erfdelen van Margriete Therese van Praet, weduwe van Pieter de Gheldere. Philips de Gheldere en de weduwe van Pieter de Gheldere moeten een borg stellen voor een rente van 8-6-8, deel van een grotere rente aan pen 16, en achterstallige intresten sedert september 1683. George de Brabant en Martinus de Gheldere moeten borg verlenen voor dezelfde rente en achterstallige intresten sedert september 1683 (voorlopige akte van 11 en 18-12-1683)
3/07/1685: arrest - De erfgenamen van de weduwe van Heindrick Lion lieten arrest doen op dit huis en JAK/1653-3 en op de helft van JAK/1671² voor zover deze in eigendom zijn van Martinus de Gheldere, erfgenaam van meester Louijs de Gheldere. Ze arresteren ook de erfdelen van Marie Teresa Bargas, die een schenking kreeg van wijlen Marie Anna Cobas, weduwe van don Anthonio Moreno (arrest 17-08-1683), van de eis af te trekken. Het arrest gebeurt wegens een niet volledig betaalde som voor koopmanschap van kant (obligatie van 24-05-1671 voor notaris Andries Sesteau en door hem ondertekend op 11-04-1672)
24/05/1686: arrest - De erfgenamen van de weduwe van Heindrick de Lion lieten arrest doen op dit huis en JAK/1653-3 en op JAK/1671² van Martinus de Gheldere, zoon van Rogier, erfgenaam van zijn broer meester Louijs de Gheldere, en van Terese de Bergas, wegens een schuld van 601 guldens 19 stuivers kapitaal en 267 guldens 15,5 stuivers intresten sedert 04-03-1685 en bijkomende intresten tot terugbetaling. Het betreft geld betaald aan Philippijne Hughens voor wezenpenningen die zij ter laste van de Gheldere goedvond en die arrestante kreeg toegewezen op 04-03-1685 na sententie van de Raad van Mechelen. Haar schuld werd teruggeëist en arrestante wou betalen uit het tegoed van de Gheldere. Mevrouw de Bergas (die rechten verkreeg via mevrouw Moreno) had eerder geld opgenomen van de Gheldere voordat de wezenpenningen (eerste schuld) waren terugbetaald, niettegenstaande zij slechts derde in de rangorde van schuldeisers was, na arrestanten (tweede). De Bergas moet haar kapitaal terug inbrengen tot de schulden in juiste volgorde zijn afbetaald
16/01/1687: verkoop bij decreet - Het deel van Martinus de Gheldere, zoon van Rogier en erfgenaam van kanunnik de Gheldere, in dit huis, JAK/1653-3 en JAK/1671² werd gerechtelijk in beslag genomen en verkocht bij decreet op verzoek van Therese de Bergas (die een schenking kreeg van Marie Anna Cobas, weduwe van Don Anthonio de Moreno). De inbeslagneming gebeurde wegens een schuld van 380-3-0 en intresten pen 16 sedert 24-12-1677, voor proceskosten en andere kosten. Terese de Bergas koopt het huis en bood voor 1/5 van JAK/1653-3 (naast het paardenstal van meester Chaerles le Gillon), waarin nu Louijs Frans Verheijcken woont, geld naar advenant van 3100 guldens in het geheel; voor 1/5 van dit huis bood ze naar advenant van 2100 guldens in het geheel en voor 1/10 van JAK/1671² bood ze naar advenant van 900 guldens in het geheel
9/05/1687: arrest - Het deel van Pieter de Ghelder in dit huis werd gearresteerd. Zie JAK/1674-3
24/09/1696: terugtrekking uit decreet en transport - Joseph de Vergas en echtgenote verklaren afstand te nemen van het decreet dat zijn overleden zus Therese de Vergas deed ter laste van Martinus de Gheldere op 1/5 van dit huis en van JAK/1653-3 en op 1/10 in JAK/1671², t.v.v. meester Jan Baptiste de Gheldere en Frans Forret (voor hemzelf en voor de wezen van Pieter de Gheldere), mede-erfgenamen van Martinus de Gheldere in het sterfhuis van kanunnik de Gheldere. Ze transporteren deze delen ter acceptatie van Isabelle de Gheldere, echtgenote van meester Jan Baptiste de Gheldere
27/07/1697: arrest - Het huis werd gearresteerd op verzoek van meester Jan Baptiste de Gheldere en familie. Zie JAK/1653-3
18/05/1701: registratie verkoop - Een notarieel document dd. 23-06-1699 wordt geregistreerd waarbij Emerentiana Eeckhof, weduwe van Philippe de Geldere, controleur te Brugge, voor de openbare notaris Charles Henrij van de Souvereine Raad te Brabant erkent een bepaalde som geld ontvangen te hebben van Simon Risart vander Moere als quitantie. Ze verkoopt hem haar erfdelen in een molen, pachthof en bijgebouwen te Beernem (ongeveer 111 gemeten) met huizen, schuren, stallingen en andere gebouwen. Verder verkoopt ze hem haar erfdelen in twee huizen met toebehoren in het Prinsenhof in de Moerstraat nabij het Engels klooster (dit huis en JAK/1653-3) en in een huis nabij de Munt (JAK/1671²). Verder verkoopt ze 1/5 van een rente. Deze bezittingen kwamen haar toe na de dood van kanunnik Louys de Gheldere en zijn via haar huwelijkscontract (notaris Wulfynck) haar toegekomen. De verkoop gebeurde te Brussel en als getuigen traden op Carolus Alexander de Brabant en Joannes vanden Berghen
25/02/1702: arrest - J. de Gheldere, J.B. de Gheldere, C. de Gheldere en Marie de Gheldere, weduwe van Frans Hubelot, lieten arrest doen op 2/5 van dit huis en JAK/1653-3 en op 2/5 van de helft van JAK/1671² in eigendom van Sophia de Gheldere, weduwe van George de Brabant en kinderen en van Emerentiana Eeckhof, weduwe van Philips de Geldere, om terugbetaling of borg te bekomen voor een lening van 300-0-0 van Louys de Gheldere bij Jacques de Gheldere (01-09-1671). Dit geld komt toe aan Jacques, Charles en Marie de Gheldere. Jan Baptiste de Gheldere doet het arrest voor terugbetaling of borg voor 200-0-0 die Louys de Gheldere leende van hem op 28-08-1671. De vrouwen zijn dit geld nu schuldig na erfenis van Louys de Gheldere
2/01/1704: inbeslagneming - Een verzoek van Jacquelyne Mariens, weduwe van raadsheer Dumont, werd bij de Raad van Vlaanderen ingediend. Meester Jan Baptiste de Geldere, vroeger ontvanger van de rapporten van de Raad van Vlaanderen, was haar man nog aanzienlijke sommen schuldig voor ontvangsten. L. de Cock, deurwaarder van de Raad van Vlaanderen, laat 1/5 van dit huis en JAK/1653-3 in beslag nemen
25/02/1711: verkoop - Isabelle de Gheldere, weduwe van meester Jan Baptiste de Gheldere, verkoopt het huis aan Charles Frans Legillon
20/04/1712: decreet - 1/5 van dit huis behoort nu "ter provisie bij decreet" toe aan Louys Michels en familie. Zie JAK/1653-3
10/08/1802: verkoop - Datum: 22 thermidor X. Macharius Ludovicus en Marie Anna Legillon verkopen dit huis aan Pieter Macharius Corteville. Notaris: Pieter Gailliaert